What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3. Spelling bijvoeglijk naamwoord
Spelling bijvoeglijk naamwoord
Blz. 232
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Spelling bijvoeglijk naamwoord
Blz. 232
Slide 1 - Slide
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Slide 2 - Open question
Lesdoel
Na deze les weten jullie:
Hoe je bijvoeglijke naamwoorden spelt.
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Slide 3 - Slide
Hoe schrijf je een bijvoeglijk naamwoord?
Je plakt een
-e
achter het woord:
mooi
->
mooi
e
(lange vorm)
Soms verandert het woord niet: korte vorm
Korte vorm gebruik je als (1) het bijv. nw. achter het zelfstandig naamwoord staat -> Dat is huis is
prachtig
.
Korte vorm gebruik je (2) bij de 'een-vorm' van een 'het-woord'
het
mooi
e
meisje -> een
mooi
meisje
het
heerlijk
e
gerecht -> een
heerlijk
gerecht
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Slide 4 - Slide
Regels voor de lange vorm van een bijvoeglijk naamwoord:
Je plakt een
-e
achter het woord:
mooi
->
mooi
e
Verdubbel de laatste letter en zet een
-e
erachter:
knap
->
knap
pe
Haal een a, e, o of u weg en zet een -e erachter:
groot -> gr
o
t
e
Verander de f in een v of de s in een z en zet een -e erachter:
lief -> lie
ve
, boos
-> bo
ze
Combinatie van letter weghalen en veranderen:
gaaf -> g
ave
, weerloos -> weerl
oze
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Slide 5 - Slide
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden eindigen vaak met
-en
->
ijzer
en
->
goud
en
Maar let op met moderne & buitenlandse stoffen! Zij krijgen geen extra -e of -en
->
plastic
stoel
->
carbon
frame
->
corduroy
broek
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Slide 6 - Slide
Samen oefenen
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
De (zwaar) wedstrijd werd in Amsterdam gespeeld.
De (lief) supporters liepen naar het stadion.
Het (snel) schot van Lieke Martens was fantastisch.
Die (individueel) speler maakte het verschil.
De (duur) trofee staat op haar nachtkastje.
Het (weergaloos) seizoen was mooi afgesloten.
Slide 7 - Slide
Samen oefenen
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Antwoorden
De
zware
wedstrijd werd in Amsterdam gespeeld.
De
lieve
supporters liepen naar het stadion.
Het
snelle
schot van Lieke Martens was fantastisch.
Die
individuele
speler maakte het verschil.
De
dure
trofee staat op haar nachtkastje.
Het
weergaloze
seizoen was mooi afgesloten.
Slide 8 - Slide
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
QUIZ
Slide 9 - Slide
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Hans en Marije hebben een (groot) probleem.
A
grote
B
groten
C
groote
D
groot
Slide 10 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Hij knalde op de (beton) paaltjes.
A
betonne
B
betonnen
C
betonen
D
betone
Slide 11 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Dat (verzinnen) verhaal was echt eng.
A
verzinnende
B
verzonnen
Slide 12 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Dat (raar) jong heeft mijn stuntstep gestolen.
A
rare
B
raare
C
raren
Slide 13 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Dat is een (prachtig) uitvoering.
A
prachtig
B
prachtigen
C
prachtige
Slide 14 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
De meester kon wel lachen om de (zingen) leerlingen.
A
gezongen
B
zingende
C
zingenden
Slide 15 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Wat een (bizar) vertoning!
A
bizarre
B
bizar
C
bizare
Slide 16 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Die jongen droeg een (zijde) jurk.
A
zijde
B
zijden
Slide 17 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Wat een (gezellig) familie is dat geworden.
A
gezellig
B
gezellige
C
gezelligen
Slide 18 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
De (vermoorden) man vermoordde zelf ook vijf mensen.
A
vermoordde
B
vermoorde
C
vermoorden
Slide 19 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Het was een (druk) bedoening in het Vondelpark.
A
druk
B
druke
C
drukke
Slide 20 - Quiz
Aan de slag!
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Wat: Maken opdracht 2, 3, 4, 5
Hoe: In je schrift
Hulp: Zelf proberen!
Tijd: 20 minuten
Uitkomst: Laatste 5 minuten antwoorden op het bord.
Klaar? Lezen
Slide 21 - Slide
More lessons like this
3. Spelling bijvoeglijk naamwoord
4 days ago
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
2. Spelling bijvoeglijk naamwoord
4 days ago
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
§2 Spelling 1HV bijvoeglijk naamwoord
16 days ago
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
§2 Spelling 1HV bijvoeglijk naamwoord
May 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
§2 Spelling 1HV bijvoeglijk naamwoord
October 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Bijvoeglijk naamwoord
November 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Spelling H5 bijvoeglijk naamwoord
June 2022
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Spelling Kern H13
June 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1