Door een lening verschuift toekomstige koopkracht naar het heden.
Slide 4 - Slide
Terugblik:
Lenen wordt aantrekkelijker:
- door een hoge inflatie;
- door een stijgend inkomen.
Bij een persoonlijke lening:
- leen je in één keer het afgesproken bedrag;
- staat de looptijd en de omvang van de termijnen vast.
Slide 5 - Slide
Terugblik:
Een termijn bestaat uit:
- een rentedeel
- een aflossingsdeel
Berekening:
Totale rente = optelsom maandtermijnen - bedrag lening.
Slide 6 - Slide
Wat leer je in deze les:
In deze paragraaf leer je hoe sommige winkelbedrijven hun klanten aan een lening helpen.
Slide 7 - Slide
Gespreid betalen:
We lezen samen de tekst onderaan bladzijde 66.
Slide 8 - Slide
Vraag 1:
A. Ze betaalt haar aankopen met geleend geld en betaalt daarna haar lening in termijnen af.
B. Bij gespreid betalen wordt 15% rente in rekening gebracht over de nog niet betaalde termijnen.
C. Koop op afbetaling.
Slide 9 - Slide
Lenen tot een maximum:
We lezen samen de tekst onderaan bladzijde 66.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Vraag 2:
A. € 600 – € 200 = € 400
B. € 12 per maand.
C. € 600.
Slide 12 - Slide
Rente en kosten:
We lezen samen de tekst op bladzijde 67.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Vraag 3:
A. De bank, want de eff ectieve rente is bij de bank lager dan 15%.
B. Het postorderbedrijf rekent een hogere eff ectieve rente om de kosten van wanbetalers te dekken.
Slide 15 - Slide
Huurkoop:
We lezen samen de tekst op bladzijde 67.
Slide 16 - Slide
Vraag 4:
A. Bijv. de visboer is geen bank. En hij wil niet afwachten of de klant ooit nog terugkomt om hem te betalen.
B. Bijv. ze willen huurkoop, want dan kunnen ze de auto terugvorderen als hun klanten niet betalen.
Slide 17 - Slide
Leasing:
We lezen samen de tekst bovenaan bladzijde 68.
Slide 18 - Slide
Vraag 5:
Er is bij een leasecontract geen sprake van eigendomsoverdracht en geen sprake van een lening zoals bij huurkoop of koop op afbetaling. Er is eerder sprake van huur, want als je leaset, betaal je voor het gebruik van andermans eigendom.