De schrijver gebruikt bij het beschrijven van stappen de signaalwoorden eerst, vervolgens, daarna en tenslotte. Met deze signaalwoorden wordt .. ...... beschreven.
A
de tegenstelling
B
de volgorde
Slide 8 - Quiz
Welk tekstverband hoort bij de signaalwoorden 'ook' en 'bovendien'?
A
tegenstelling
B
opsomming
C
voorbeeld
Slide 9 - Quiz
om, waarmee ,door middel van zijn signaalwoorden voor
A
Opsomming
B
Voorbeeld
C
Conclusie
D
Doel/middel
Slide 10 - Quiz
Denk aan, zo en zoals zijn signaalwoorden voor een.......
A
Opsomming
B
Voorbeeld
C
Conclusie
D
Tegenstelling
Slide 11 - Quiz
Echter en daarentegen zijn signaalwoorden voor een ....
A
Voorbeeld
B
Conclusie
C
Tegenstelling
D
Opsomming
Slide 12 - Quiz
Welk tekstverband hoort bij de signaalwoorden OOK en BOVENDIEN?
A
tegenstelling
B
opsomming
C
voorbeeld
Slide 13 - Quiz
Welk tekstverband wordt met de signaalwoorden uit alinea 2 aangegeven?
A
opsomming
B
tijdsvolgorde
C
oorzaak-gevolg
Slide 14 - Quiz
Wat zijn signaalwoorden van voorbeeld?
A
dus, kortom
B
zoals, zo, ter, hiervan
C
omdat, daarom, namelijk
D
ten
Slide 15 - Quiz
Wat zijn signaalwoorden voor een reden:
A
B
allereerst
C
maar
D
daarentegen
Slide 16 - Quiz
'Ten eerste, ten tweede, en, ook' Dit zijn signaalwoorden van tijd.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
om, waarmee ,door middel van zijn signaalwoorden voor
A
Opsomming
B
Voorbeeld
C
Conclusie
D
Doel/middel
Slide 18 - Quiz
Signaalwoorden tegenstelling
A
verder, ten slotte, en
B
kortom, dus
C
maar, tegenover, hoewel, echter
Slide 19 - Quiz
Welk teksverband hoort bij de signaalwoorden OOK en BOVENDIEN?
A
tegenstelling
B
opsomming
C
voorbeeld
Slide 20 - Quiz
Echter en daarentegen zijn signaalwoorden voor een ....