Dictee week 2.1

Dictee week 2.1
Pak je dicteeschrift, je regelkaart en een pen voor je.
Schrijf in je schrift:
Dictee 1 week 2
Leg daarna je pen neer op je schrift, zodat ik kan zien dat je klaar bent.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 7

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Dictee week 2.1
Pak je dicteeschrift, je regelkaart en een pen voor je.
Schrijf in je schrift:
Dictee 1 week 2
Leg daarna je pen neer op je schrift, zodat ik kan zien dat je klaar bent.

Slide 1 - Slide

Schrijf het woord op dat je hoort. En erachter de categorie die erbij past.

Slide 2 - Open question

Controleer of je het goed hebt geschreven.
Niet goed, schrijf het woord dan nog drie keer op. 
aanpassen

Slide 3 - Slide

Schrijf het woord op dat je hoort. En erachter de categorie die erbij past.

Slide 4 - Open question

Controleer of je het goed hebt geschreven.
Niet goed, schrijf het woord dan nog drie keer op. 
stortregenen

Slide 5 - Slide

Schrijf het woord op dat je hoort. En erachter de categorie die erbij past.

Slide 6 - Open question

Controleer of je het goed hebt geschreven.
Niet goed, schrijf het woord dan nog drie keer op. 
verdampen

Slide 7 - Slide

Schrijf het woord op dat je hoort. En erachter de categorie die erbij past.

Slide 8 - Open question

Controleer of je het goed hebt geschreven.
Niet goed, schrijf het woord dan nog drie keer op. 
presenteren

Slide 9 - Slide

Schrijf het woord op dat je hoort. En erachter de categorie die erbij past.

Slide 10 - Open question

Controleer of je het goed hebt geschreven.
Niet goed, schrijf het woord dan nog drie keer op. 
mompelen

Slide 11 - Slide