2.1 De Bevolking verandert

Bevolking en ruimte
1 / 19
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bevolking en ruimte

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel mensen
wonen er in Nederland?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Slide 3 - Link

This item has no instructions

Hoe kan de bevolking van een land groeien?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Absoluut of relatief?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is een relatief getal?

Slide 6 - Open question

Absolute getallen zijn de werkelijke/precieze aantallen.
Bijvoorbeeld 3 appels of 573 inwoners.

Relatieve getallen zijn afhankelijk van andere absolute getallen.
Bijvoorbeeld 1 op de 5 auto's op deze weg rijdt te hard. Je weet niet hoeveel auto's er precies te hard rijden. Alleen welk deel.
relatief
Absolute cijfers zijn soms bepalend, maar zeggen niet alles. Relativeren daarentegen, betekent dat je iets bekijkt in verhouding tot iets anders. Dat betekent dat we steeds vergelijken. We vergelijken onze resultaten met die op eerdere momenten. We vergelijken bepaalde omstandigheden met andere situaties.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Link

This item has no instructions

Bevolkingsdichtheid?
Bevolkingsdichtheid: het aantal inwoners per vierkante km

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

bevolkingsdichtheid
bevolkingsspreiding

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

De bevolkingsdichtheid op het platteland is hoger dan in de stad
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Bevolking
Reliëf

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

De bevolkingsdichtheid langs de Nijl is laag.
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Geboortecijfer
Het aantal geboren baby's per 1000 inwoners. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Plaats het geboortecijfer bij het juiste land
Angola
India
Nederland
Guatamala
45
20
11
27

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Heeft NL een hoger geboorte- of sterftecijfer?
A
Geboortecijfer
B
Sterftecijfer

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Geboorte- en sterftecijfer
Geboortecijfer beïnvloeden:
  • Leeftijd bevolking
  • Family planning
  • Economie (kinderen voor werk)
Sterftecijfer beïnvloeden:
  • Hongersnood/oorlog
  • Ziektes
  • Hygiëne


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Langzame groei bevolking
Afnemende bevolking
Snelle groei bevolking

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Werken
Blz. 40-41
Opdracht 1 t/m 7

Slide 19 - Slide

This item has no instructions