vwo2-C7-§10 Aanvoegende en gebiedende wijs



Wat gaan we doen vandaag?

Doel van de les= aanvoegende en gebiedende wijs
Tien minuten stil lezen
Huiswerk bespreken

Start nieuw onderwerp
Aan het werk


Aan het werk
 

Telefoon in de kluis en je jas over de stoel
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon



Wat gaan we doen vandaag?

Doel van de les= aanvoegende en gebiedende wijs
Tien minuten stil lezen
Huiswerk bespreken

Start nieuw onderwerp
Aan het werk


Aan het werk
 

Telefoon in de kluis en je jas over de stoel

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?

Na deze les weet je hoe je de aanvoegende en de gebiedende wijs kunt spellen


Slide 3 - Diapositive

Lees de volgende zinnen:
Leve de koning!
Ruim voor je gaat gamen eerst je kamer op! (bevel)

Voorbeeldzin 1 staat in de aanvoegende wijs (aw). Het werkwoord is een vorm in de tegenwoordige tijd en eindigt in het enkelvoud meestal op een e. 

Alleen bij zijn komt een verledentijdsvorm voor: ware. De aanvoegende wijs kan verschillende zaken uitdrukken:

Slide 4 - Diapositive

een wens:
– Het ga je goed.
een aansporing (vaak in combinatie met men):
– Men neme 50 gram suiker en 100 gram bloem.
een toegeving:
– Samir wil koste wat het kost naar het conservatorium.
een gevoel van berusting:
– Helaas, het zij zo.
niet-werkelijkheid (iets wat niet zo is):
– Ware de brandweer op tijd gearriveerd, dan was het pand gespaard gebleven.

Slide 5 - Diapositive

In het meervoud komt er een n achter de enkelvoudsvorm:
Mogen de weergoden ons gunstig gezind zijn.

Voorbeeldzin 2 staat in de gebiedende wijs (gw). Die wordt gebruikt om een bevel, een advies of een waarschuwing te geven. Een zin in de gebiedende wijs bevat geen onderwerp:
Rust maar lekker een uurtje uit. (advies)
Pas op voor die snelle scooter. (waarschuwing)

Slide 6 - Diapositive

Bij zinnen met een bevel erin gebruik je de gebiedende wijs (gw). In zulke zinnen staat geen onderwerp:

– Geef het cadeau maar aan de jarige!
– Kom vanavond op tijd!
-  Let op!
- Aan het werk!

Slide 7 - Diapositive

Zo schrijf je de gebiedende wijs
De gebiedende wijs schrijf je als de ik-vorm tt, ook wanneer je je richt tot meerdere personen:

Bedenk eerst het onderwerp waarover je wilt schrijven.
Kleed je goed aan en ga dan pas naar buiten!
Luister allemaal goed!

Slide 8 - Diapositive

De ik-vorm komt ook als persoonsvorm voor. We schrijven dus de ik-vorm:
• bij de pvtt als ik voor of achter de pv staat (ik zwem, vind ik);
• bij de pvtt als jij/je achter de pv staat (word jij, geloof je);



• bij de gebiedende wijs (doe mee).De gebiedende wijs schrijf je als de ik-vorm tt, ook als je meerdere personen aanspreekt:
Raad eens wie ik vandaag tegenkwam.
Denk allemaal eens na over een plan.

Slide 9 - Diapositive

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Aan de slag

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Cursus 7-§ 13-Werkwoordsvormen en wwtijden
Maakwerk is ook leerwerk. Als je de theorie niet snapt, kun je ook de opdrachten niet( goed) maken.



Staat er: markeer, omcirkel of onderstreep in de opdracht, dan mag je het MET POTLOOD in je werkboek maken. 
De rest maak je in je schrift

Slide 14 - Diapositive

vwo2-C7-§10 Aanvoegende en gebiedende wijs
Maken:

Cursus 7
§ 10 aanvoegende en gebiedende wijs
blz.260
opdr. 1 t/m 5

Slide 15 - Diapositive