Verkeer

• Basisschool
• Groep 7

Verkeersbordenquiz

Verkeer

Je moet hier... borden. Deze zijn rond en blauw.

Je mag hier niet... borden. Deze zijn rond en hebben een rode rand.

Kijk hier is ... borden. 

Deze zijn vierkant of rechthoekig en blauw.

Pas op ... borden. Deze zijn rood en driehoekig. De punt wijst naar beneden.

Voorrangsborden. Hebben geen vaste kleur of vorm. 

Je moet hier voorrang geven aan iedereen die van links en rechts komt rijden.

Pas op, er wordt aan de weg gewerkt.

Kijk, hier is een erf. Je mag hier overal lopen, spelen en fietsen, maar je mag niemand hinderen. 

Je mag hier niet fietsen. Als je verder wilt, moet je gaan lopen met je fiets aan de hand.

Je moet hier lopen. Je moet hier het voetpad opgaan. Je mag hier ook skaten, skelteren en steppen.

Sharella steekt geen hand uit.
Staan Marco en Sophia nu echt voor niets te wachten?

1. Nee. Marco en Sophia moeten toch wachten voor de haaientanden.
2. Ja. Marco en Sophia kunnen namelijk tegelijk met Sharella doorrijden.

Wie is er nog meer geholpen als Sharella haar hand uitsteekt?
Leg je antwoord uit.

Isabelle ziet de felle rode lichten.
Wat weet zij nu? Kies 2 antwoorden

1. De auto remt
2. De auto slaat af
3. Er gebeurt iets, vlak voor de auto
4. Er is een zijstraat voor de auto

Wat moet Isabelle doen?

1. Zij moet om de auto heen fietsen.
2. Zij moet remmen en de stoep op gaan.
3. Zij moet remmen en achter de auto wachten.

Wat kunnen Wil en Anneke hier het beste doen?

1. Zij moeten stoppen en blijven staan waar ze staan
2. Zij kunnen de vrachtwagen het beste links voorbij fietsen
3. Ze moeten afstappen en over de stoep verder lopen

De regel is dat jij mag voorgaan als iemand achteruit komt rijden. Ga jij voor als je te maken krijgt met een vrachtwagen die achteruitrijdt?
Leg je antwoord uit.

Auto

Beide

Vrachtwagen

Je ziet witte achteruitrijlichten

Pieptoon en vaak alarmlichten

Als je achter de wagen staat, kan de chauffeur je niet zien

Meestal kun je veilig voorgaan als deze wagen achteruitrijdt

Kies het goede antwoord.
Milou moet nu ...

1. Linksaf
2. Rechtsaf
3. Rechtdoor
4. Omkeren

Kies het goede antwoord.
Sam fietst .... op.

1. Het fietspad
2. De stoep

Kies het goede antwoord.
Milou doet het ... en Sam doet het ...

1. Milou doet het goed Sam doet het goed
2. Milou doet het fout Sam doet het goed
3. Milou doet het fout Sam doet het fout
4. Milou doet het goed Sam doet het fout