Groep 5 ma

• Taal
• Basisschool
• Groep 5

komma 's woorden

kilo woorden

Typ het klankgroepen woord dat je hoort.

Typ het klankgroepen woord dat je hoort.

Hij zucht.

1. tegenwoordige tijd (nu)
2. verleden tijd (toen)

Hij kletste.

1. tegenwoordige tijd (nu)
2. verleden tijd (toen)

Wij bouwden.

1. tegenwoordige tijd (nu)
2. verleden tijd (toen)

Ik zorg.

1. tegenwoordige tijd (nu)
2. verleden tijd (toen)

Typ het woord dat je hoort.

Typ het woord dat je hoort.

Oefendictee.

Oefendictee.

Oefendictee.

Oefendictee.

Oefendictee.

Timmerman Bert werkt 's ochtends in de oude houtzagerij.
Typ de persoonsvorm.

Timmerman Bert werkt 's ochtends in de oude houtzagerij.
Welke woordsoort in timmerman?

Timmerman Bert werkt 's ochtends in de oude houtzagerij.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

Nu zelf aan de slag:

-Maak bladzijde 4 in je werkboek (vrijdag kijk je de bladzijde na).

-Ben je klaar en is het nog geen tijd? => Ga naar basispoort thuis => Staal => 'Oefenen spelling' => blok 5, week 1