8.4 Eenheden van snelheid

Paragraaf 8.4
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 8.4

Slide 1 - Diapositive

Planning
- Terugblik
- Theorie F: Snelheid omrekenen
- Aan de slag!

Slide 2 - Diapositive

13,9 uur = ...... uur en ..........minuten

Slide 3 - Question ouverte

Vul in:
41 maanden = ... jaar en …. maanden

Slide 4 - Question ouverte

Rekenen met tijd

Tijs zijn trein vertrekt om 7:58. De trein reis duurt 5 uren en 47 minuten. Hoe laat is het bij aankomst?

Slide 5 - Question ouverte

6,6 jaren = .... jaren en .... dagen

Slide 6 - Question ouverte

Schrijf 0,000047 in de wetenschappelijke notatie.

Slide 7 - Question ouverte

Schrijf 3.500.000 in de wetenschappelijke notatie.

Slide 8 - Question ouverte

Schrijf in de wetenschappelijke notatie

Slide 9 - Question ouverte

Schrijf in de wetenschappelijke notatie

0,000234

Slide 10 - Question ouverte

Leerdoelen voor vandaag
Je weet hoe je...
- Van m/s naar km/uur kan rekenen
- Van km/uur naar m/s kan rekenen

Slide 11 - Diapositive

8.5 Eenheden voor snelheid
M/s wat betekent dat?
km/uur wat betekent dat?


Slide 12 - Diapositive

8.5 Eenheden voor snelheid
Van m/s naar km/uur = : 1000 (naar meter) x 3600 (naar uur)
Van km/uur naar m/s = x 1000 (naar meter) : 3600 (naar seconde)

1 m/s : 1000 = 0,001 km/s x 3600 seconde = 3,6


Slide 13 - Diapositive

8.5 Eenheden voor snelheid
Van m/s naar km/uur = : 1000 (naar meter) x 3600 (naar uur)
Van km/uur naar m/s = x 1000 (naar meter) : 3600 (naar seconde)


m/s
km/uur
x 3,6
: 3,6

Slide 14 - Diapositive

m/s berekenen
Soms moet je eerst m/s of km/u berekenen voor je het ezelsbruggetje kunt gebruiken. 

Bijvoorbeeld: Sven schaatst 1500 meter in 131,2 seconden. 
1. Bereken de snelheid in m/s
2. Bereken de snelheid in km/u

Slide 15 - Diapositive

Snelheid
Snelheid = afstand : tijd

Dus....
afstand = snelheid x tijd
tijd = afstand : snelheid

Slide 16 - Diapositive

Eenheden van snelheid

Slide 17 - Diapositive

Snelheid

Slide 18 - Diapositive

Snelheid

Slide 19 - Diapositive

Stopwatch
01:01:01 
één uur, één minuut, één seconden

03:12:35
drie uren, 12 minuten en 35 seconden 

Slide 20 - Diapositive

Aan de slag
Paragraaf 8.4 

Maken: 54, 55, 58 t/m 62
timer
20:00

Slide 21 - Diapositive