Le possessif

Bezittelijke voornw.:P 130
timer
2:00
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Bezittelijke voornw.:P 130
timer
2:00

Slide 1 - Diapositive

Vul het juiste Franse BEZITTELIJK voornaamwoord in:
C'est (mijn) maison (v)
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 2 - Quiz


Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
A
ik, jij, hij, zij, etc.
B
in, op, achter, voor, etc.
C
mooi, nieuw, groot, oud, nieuw etc.
D
mijn, jouw, haar, zijn, etc.

Slide 3 - Quiz

In het Frans wordt de vorm van het bezittelijk voornaamwoord bepaald door:
A
Het onderwerp
B
Het zelfstandig naamwoord

Slide 4 - Quiz

In het Frans zegt een bezittelijk voornaamwoord iets over...
A
het bezit van iemand
B
het werkwoord
C
het zelfstandig naamwoord
D
het lidwoord

Slide 5 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van bezittelijk voornaamwoorden in het Frans?
A
le/ la/ l'/ les
B
un/ une
C
suis/ es/ est
D
mon/ ma/ mes

Slide 6 - Quiz

Hoeveel vertalingen zijn er van het woord 'mijn' in het Frans?

Slide 7 - Question ouverte

Hoe vertaal je 'jouw' in het Frans?
A
son, sa, ses
B
ton, ta, tes
C
moi, ma, mes
D
tu,te, toi

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Vul het juiste Franse BEZITTELIJK voornaamwoord in:
C'est (zijn) mère (v)
A
son
B
sa
C
ses
D
son

Slide 10 - Quiz

Hoe vertaal je 'zijn' in 'zijn boek'?

- ........... livre (m)
A
leur
B
ses
C
son
D
sa

Slide 11 - Quiz

Vul het juiste Franse BEZITTELIJK voornaamwoord in:
C'est (zijn) fils (m)
A
son
B
sa
C
ses

Slide 12 - Quiz

Vul het juiste Franse BEZITTELIJK voornaamwoord in:
C'est (mijn) photo (m)
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 13 - Quiz

Vul het juiste Franse BEZITTELIJK voornaamwoord in:
C'est (zijn) chat (m)
A
son
B
sa
C
ses

Slide 14 - Quiz

Vul het juiste Franse BEZITTELIJK voornaamwoord in:
Voilà (haar) soeur (v).
A
son
B
sa
C
ses

Slide 15 - Quiz

Vul het juiste Franse BEZITTELIJK voornaamwoord in:
C'est (zijn) fille (v)
A
son
B
sa
C
ses

Slide 16 - Quiz

Vul het juiste Franse BEZITTELIJK voornaamwoord in:
Voilà (mijn) chaussettes rouges.
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 17 - Quiz

Vul het juiste Franse BEZITTELIJK voornaamwoord in:
Voilà (hun) soeur.
A
leur
B
sa
C
leurs

Slide 18 - Quiz

Vul het juiste Franse BEZITTELIJK voornaamwoord in:
Voilà (haar) robe (v).
A
son
B
sa
C
ses

Slide 19 - Quiz

Vul het juiste Franse BEZITTELIJK voornaamwoord in:
C'est (mijn) amie
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 20 - Quiz

Hoe vertaal je "ons" in het Frans?
A
votre votre vos
B
ton ta tes
C
notre notre nos

Slide 21 - Quiz

Hoe zeg je:
Het is half één 's nachts.
A
Il est midi et demie.
B
Il est minuit et demie.
C
Il est minuit et demi.
D
Il est minuit et demie.

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Vidéo


Leerdoel 1: ik kan het bezittelijk voornaamwoord gebruiken
in het Frans.
A
Onvoldoende
B
Goed
C
Ik heb hier hulp bij nodig

Slide 24 - Quiz

Le possessif

Slide 25 - Diapositive