Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
2ème classe:
Libre Service, unité 4
Slide 1 - Diapositive
Lesdoel
1) Regelmatige werkwoorden op "-re" (Grammaire I, p. 16 ).
2) Wederkerende werkwoorden (Grammaire II, p. 25)
Slide 2 - Diapositive
Dit gaan we samen eens bekijken op de volgende pagina's
Vervoeging van de werkwoorden op -re
Slide 3 - Diapositive
Noem in het Frans een regelmatig werkwoord op -RE.
Slide 4 - Carte mentale
De werkwoorden leer je in 2 tijden:
Présent & Passé composé
répondre: antwoorden
entendre: horen
vendre: verkopen
rendre: teruggeven
perdre: verliezen
attendre: wachten
Présent = tegenwoordige tijd
bijv: ik antwoord, ik hoor
Passé composé = voltooide tijd
bijv : ik heb verkocht, ik heb gezien
>> Hoe vervoeg je een werkwoord op
-re in de présent?
Leer de uitgangen uit je hoofd, ze gelden voor alle regelmatige werkwoorden op -re
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
werkwoorden op -RE
Eerst nemen we de STAM van dat werkwoord.
We krijgen de stam door -re van de infinitief af te halen
vendre >>> vend achter die STAM zetten we UITGANGEN
Slide 7 - Diapositive
Regelmatige werkwoorden
op RE
Je
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
ENT
ONS
niks
S
EZ
S
Slide 8 - Question de remorquage
De passé composé
Il a perdu= hij heeft verloren
Let op! Het voltooid deelwoord van werkwoorden op -re eindigt dus op -u:
attendu - entendu - rendu
Slide 9 - Diapositive
En nu oefenen ...
Met descendre, rendre, attendre, répondre, vendre, entendre
Slide 10 - Diapositive
Vertaal: ik antwoord
A
j'attend
B
je réponds
C
il vend
D
je vends
Slide 11 - Quiz
werkwoorden op -re in de présent Ils .............(perdre)
A
perds
B
perdent
C
perd
D
perdez
Slide 12 - Quiz
Vertaal: Ik heb verkocht
A
j'ai vendu
B
je suis vendu
C
j'ai perdu
D
je suis perdu
Slide 13 - Quiz
Zij hebben het boek teruggebracht (rendre, ww op -re)
A
Elles ont rend le livre
B
Elles ont rendu le livre
C
Elles ont rendi le livre
D
Elles ont rendé le livre
Slide 14 - Quiz
De Wederkerende werkwoorden in het Frans
(les verbes pronominaux, of te wel se werkwoorden)
Slide 15 - Diapositive
Wat zijn wederkerende werkwoorden ?
Wederkerende werkwoorden zijn werkwoorden zoals: ik was me, hij scheert zich, wij kleden ons aan, etc .................
In het Frans zijn wederkerende werkwoorden te herkennen aan de hele werkwoordsvorm. Deze bestaat uit Se gevolgd door het werkwoord: se laver, se coucher, se tromper
Slide 16 - Diapositive
- Of - se wordt juist niet vertaald
se fâcher = boos worden
se lever = opstaan
Slide 17 - Diapositive
Nog een voorbeeld
je m'amuse
tu t'amuse
il / elle / on s'amuse
nous nous amusons
vous vous amusez
ils / elles s'amusent
Slide 18 - Diapositive
Vous connaissez la théorie!
Maintenant faisons un petit quiz!
Slide 19 - Diapositive
Wederkerend
Niet wederkerend
se coucher
déranger
avoir
s'habiller
aimer
se serrer la main
Être
Slide 20 - Question de remorquage
Zet de juiste 'se' bij de juiste persoon
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
SE/S'
VOUS
NOUS
ME/M'
TE/T'
Slide 21 - Question de remorquage
Wat zijn ook alweer de uitgangen van de wederkerende werkwoorden op ER in de présent tijd?
A
s,s,niks,ons,ez,ent
B
is,is,it,issons,issez,issent
C
e,es,e,ons,ez,ent
Slide 22 - Quiz
Is deze zin correct?
Je te lave.
A
vrai
B
faux
Slide 23 - Quiz
Wat is het wederkerend voornaamwoord ONS het in Het Frans?
Slide 24 - Question ouverte
Is deze zin correct?
Nous lavons nous.
A
vrai
B
faux
Slide 25 - Quiz
Wanneer wordt me, te, se ==> m', t', s'? Als het werkwoord begint met een...
A
klinker
B
medeklinker
C
H
Slide 26 - Quiz
Is deze zin correct?
Tu te appelles.
A
vrai
B
faux
Slide 27 - Quiz
Welk hulpwerkwoord gebruik je altijd in de passé composé tijd van de wederkerende werkwoorden? (in het Frans)
Slide 28 - Question ouverte
Passé composé
Alle wederkerende werkwoorden worden in het Frans vervoegd met het werkwoord être.
Dit is niet altijd het geval bij de wederkerende werkwoorden in het Nederlands: ik heb me gewassen, ik heb gewandeld.
Het wederkerende voornaamwoord staat voor het hulpww:
je me suis lavé(e) De extra -e : hulpww = être
Slide 29 - Diapositive
Maak deze woorden tot een correcte Franse zin. est-Il-couché-s´
Slide 30 - Question ouverte
Maak deze woorden tot een correcte Franse zin. concentrés-Nous-sommes-nous