5.2 Sociaal gedrag

Gedrag ontstaat doordat mensen en dieren reageren op inwendige en uitwendige prikkels.
A
Goed
B
Fout
1 / 19
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Gedrag ontstaat doordat mensen en dieren reageren op inwendige en uitwendige prikkels.
A
Goed
B
Fout

Slide 1 - Quiz

Mensen en dieren reageren niet altijd op prikkels. Welke 2 oorzaken worden hiervoor genoemd in je boek?

Slide 2 - Question ouverte

Een prikkel die altijd dezelfde reactie oproept, noemen we....
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel
C
Sleutelprikkel
D
Signaal

Slide 3 - Quiz

Maak een foto van een supranormale prikkel die in je boek staat.

Slide 4 - Question ouverte

Wat is sociaal gedrag?
  • Als soortgenoten elkaar tegen komen, reageren ze op elkaar. Solitair (alleen) levende dieren, zoeken elkaar alleen op in de voortplantingstijd. Groepsdieren hebben de hele tijd met elkaar te maken.

  • Al het gedrag tussen soortgenoten heet sociaal gedrag. In de biologie kan sociaal gedrag ook over ruzie met soortgenoten gaan.

Bij sociaal gedrag hoort:
  • Territoriumgedrag
  • Voortplantingsgedrag
  • Groepsgedrag

Slide 5 - Diapositive

Solitair dier

Slide 6 - Diapositive

Groepsdieren

Slide 7 - Diapositive

Territorium
  • Iedereen wil graag een eigen plek, dieren ook. Zo'n eigen plek noemen we een territorium.

  • In een territorium brengen dieren hun jongen groot, of zoeken ze naar voedsel.

  • Dieren laten zien wat de grenzen van hun territorium zijn. Dit noem je afbakenen.

Afbakenen gebeurt meestal door mannetjes en kan doormiddel van:
1. Geluiden, zoals bij zangvogels
2. Geurvlaggen, zoals bij zoogdieren.

Slide 8 - Diapositive

Afbakenen door geluid

Slide 9 - Diapositive

Afbakenen door geurvlaggen

Slide 10 - Diapositive

Gedrag in het territorium
  • Dieren verdedigen hun territorium tegen soortgenoten.

  • Als er een indringer is, wordt de 'eigenaar' van het territorium agressief. Hij vertoont dan aanvalsgedrag.
  • De indringer vertoont dan meestal vluchtgedrag.
  • Op de grens van het territorium zie je vaak dreiggedrag.

Slide 11 - Diapositive

Gedrag bij voortplanting
  • Voortplantingsgedrag wordt geregeld door uitwendige prikkels, maar ook inwendige prikkels.

  • Veel dieren gebruiken supranormale prikkels om een geschikte partner te vinden.

  • Bij honden en katten lokken vrouwtjes de mannetjes, door een speciale geur in de urine.

Slide 12 - Diapositive

Een reu ruikt aan de geur van de urine dat een teefje loops is.

Slide 13 - Diapositive

Gedrag bij voortplanting

  • Het gedrag waarmee een mannetje en vrouwtje elkaar lokken, heet baltsgedrag.

  • Honden besnuffelen elkaar en sommige vogels voeren samen een 'dans' uit.

  • Door de balts laten dieren elkaar weten dat ze geschikte partners zijn. Het baltsgedrag vergroot de bereidheid tot paren.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Hoe leven dieren in groepen?
  • Groepsdieren, zoals wolven, vertonen veel sociaal gedrag. Ze werken samen en hebben daarbij een taakverdeling.

  • Wolven leven in een roedel, hierbij is altijd één leider. Dit is het sterkste mannetje (alfamannetje).

  • De leider is dominant over de andere dieren van de roedel. De andere dieren zijn onderdanig.

Slide 16 - Diapositive

Rangorde bij wolven

Slide 17 - Diapositive

Hoe leven dieren in groepen?
  • Bij kippen wordt de rangorde uitgevochten door elkaar te pikken. Daarom spreek je bij kippen ook van een pikorde.

  • De hen die het hoogste in de rangorde staat pikt alle andere hennen, maar wordt zelf nooit gepikt.

  • De hen die bovenaan in de rangorde staat, mag bijvoorbeeld als eerste eten.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo