Olympische spelen
1 / 34
La durée de la leçon est: 80 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wie is jouw held?
Slide 3 - Question ouverte
Heb je zelf wel eens iets heel dappers gedaan? Zo ja: wat?
Slide 4 - Question ouverte
Olympische Spelen
Slide 5 - Carte mentale
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Hoe vaak worden de Olympische spelen gehouden?
A
Elk jaar
B
Om de twee jaar
C
Om de drie jaar
D
Om de vier jaar
Slide 9 - Quiz
Welke sporten werden er in het oude Griekenland beoefend?
A
hardlopen, zwemmen en verspringen
B
verspringen, hardlopen met zwaard en schild en boksen
C
turnen, discus werpen en hardlopen
D
hardlopen, boksen en hoogspringen
Slide 10 - Quiz
Noem 2 dingen die de winnaar kreeg.
Slide 11 - Question ouverte
Waar staan de 5 ringen voor?
Slide 12 - Question ouverte
In 1928 werden de Olympische spelen in Amsterdam gehouden. Noem twee redenen waarom sommige mensen hier tegen waren?
Slide 13 - Question ouverte
Wat gebeurde er voor het eerst in Amsterdam en wordt nu nog steeds gedaan?
A
De Olympische vlag werd gehesen.
B
De winnaar kreeg een lauwerkrans
C
De Olympische vlam werd aangestoken
D
Er kwam een gouden medaille
Slide 14 - Quiz
In 1936 werden de spelen in Berlijn gehouden. Jesse Owens won 4 x goud. Waarom wilde Hitler hem niet feliciteren?
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Wat betekent de naam Nike?
Slide 19 - Question ouverte
Noem 3 dingen die nog doen denken aan de Oude Grieken
Slide 20 - Question ouverte
Polis betekent:
A
Een Griekse God
B
Een Stadsstaat
C
Een Grieks gebouw
Slide 21 - Quiz
In Griekenland ontstond de democratie omdat het volk mocht beslissen. Maar wie mochten er niet mee beslissen? Noem 3 verschillende groepen.
Slide 22 - Question ouverte
Slide 23 - Vidéo
Geef drie grote verschillen aan tussen het Nederland van nu en het Griekenland van vroeger.
Slide 24 - Question ouverte
Slide 25 - Vidéo
Nederland liep in die tijd nog erg achter op andere delen van de wereld. Noem 3 dingen waarin wij achter liepen.
Slide 26 - Question ouverte
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Vidéo
Wat wilde men de mensen leren in het theater? Noem 2 dingen.
Slide 29 - Question ouverte
Er zijn grote verschillen tussen het theater van vroeger en die van nu. Noem er twee.
Slide 30 - Question ouverte
Slide 31 - Vidéo
Leg uit hoe het Olympische vuur:
- is ontstaan
- hoe het later is teruggekomen
- is ontstaan
- hoe het later is teruggekomen
Slide 32 - Question ouverte
De olympische spelen zijn lang weg geweest. Pierre de Coubertin heeft ze weer ingesteld. Wanneer was dat?
A
1985
B
2003
C
1750
D
1896
