Weihnachten Unterstufe
1 / 26
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Hoe noem je de kerstman in Duitsland?
A
Nikolaus
B
Nicolaas
C
Weihnachtsmann
D
Christkind
Slide 3 - Quiz
Welke dieren trekken de slee van de kerstman?
A
Huskies
B
Pferde
C
Rentiere
Slide 4 - Quiz
Waaraan herken je het rendier Rudolph?
A
Silberne Hufe
B
rote Nase
C
goldene Augen
D
roten Mund
Slide 5 - Quiz
Hoe noemt men deze bekende kerstbloem?
A
Weihnachtsstern
B
Weihnachtskugel
C
Weihnachtsrose
Slide 6 - Quiz
Wat is een typisch kerstgebak?
A
Christstollen
B
Ostereier
C
Schokokuss
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Wat vier je met Kerst?
A
Die Engel heiraten
B
Geburt von Jesus Christus
C
Rentiere haben Geburtstag.
Slide 9 - Quiz
Was gehört
zusammen?
Spanje
Italië
Duitsland
Finland
Feliz Navidad
Buon Natale
Frohe Weihnachten
Hyvää joulua
Slide 10 - Question de remorquage
De tijd vóór Kerst heet ...
A
Heiligabend
B
Advent
C
Weihnachten
D
Nikolaus
Slide 11 - Quiz
Wat is een typisch kerstgerecht in Duitsland?
A
Kerst-aardappelen
B
Kerst-rundsvlees
C
Kerst-gans
D
Kerst-groeten
Slide 12 - Quiz
Wat is een "Weihnachtskugel"?
A
Een bolletje kerst-ijs
B
Een kerstbal
C
Een kerstkrans
D
Een kerst handwerkje
Slide 13 - Quiz
Wat zie je veel in Duitsland voorafgaand aan kerst?
A
Kerstdorpen
B
Kerstmarkten
C
Kerstspelen
D
Kerstboomveilingen
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
vertaal: kerst
A
Weihnachten
B
Weihnacht
C
Silvester
D
weihnachten
Slide 16 - Quiz
vertaal: oudejaarsdag
A
Weihnachten
B
Silvester
C
Ostern
D
Winter
Slide 17 - Quiz
Was passt zusammen?
Slide 18 - Question de remorquage
Slide 19 - Vidéo
Wat is de naam van de
sneeuwpop?
sneeuwpop?
A
Olaf
B
Sebastian
C
Ruprecht
D
Nikolaus
Slide 20 - Quiz
Hoeveel knopen heeft Olaf
op zijn buik?
op zijn buik?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Vidéo
Hoeveel minions dragen een kerstmuts in dit filmpje?
A
allemaal
B
eentje
C
drie
D
twee
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Diapositive
Hoeveel kerstballen hangen in de boom?
A
8
B
10
C
12
D
14
