H5 Spelling

H5 Spelling
Hoofdletters en aanhalingstekens
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

H5 Spelling
Hoofdletters en aanhalingstekens

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Aanhalingstekens

Je gebruikt aanhalingstekens bij:

de directe rede (citeren)

  • voorbeeld: 'Ik ga naar school', zei Esther.

                                Esther zei: 'Ik ga naar school.'


Je gebruikt geen aanhalingstekens bij indirecter rede of gedachten. 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Wanneer schrijf je
een hoofdletter?

Slide 5 - Carte mentale

Welke vorm is juist geschreven?
A
bijbelverhaal
B
April
C
Middeleeuwen
D
beatrixcollege

Slide 6 - Quiz

Welke vorm is juist geschreven?
A
Jarik De Boer
B
jarik de boer
C
Jarik de Boer
D
J. De Boer

Slide 7 - Quiz

Welke vorm is juist geschreven?
A
West- friesland
B
West-Friesland
C
west-friesland
D
west-Friesland

Slide 8 - Quiz

Welke vorm is juist geschreven?
A
Engelse drop
B
Engelse Drop
C
engelse drop

Slide 9 - Quiz

Welke vorm is juist geschreven?
A
mevrouw E.g. van Vliet
B
Mevrouw E.G. Van Vliet
C
Mevrouw E.G. van Vliet
D
mevrouw E.G. van Vliet

Slide 10 - Quiz

Welke vorm is goed geschreven?
A
paaseieren
B
Paaseieren
C
paas-eieren
D
Paas-eieren

Slide 11 - Quiz

Welke vorm is goed geschreven?
A
Kerstboom
B
kerstmis
C
Kerstvakantie
D
kerstboom

Slide 12 - Quiz

Welke vorm is juist geschreven?
A
De film 'Zwartboek'
B
De film 'zwartboek'
C
de film 'Zwartboek'
D
de film 'zwartboek'

Slide 13 - Quiz

Welke vorm is juist geschreven?
A
Van Goghstraat
B
van goghstraat
C
van Goghstraat

Slide 14 - Quiz

'Je moet even een boodschap voor me doen, zei vader.'
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

'Een supporter die zich misdraagt, zei de voorzitter, is niet meer welkom.'
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz