dinsdag 21 september 2021

Goedemorgen! 
Goed dat je er bent.
 

  • Meld je alvast even aan voor de LessonUp van vandaag. 
  • Lever je mobiel in. 

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Goedemorgen! 
Goed dat je er bent.
 

  • Meld je alvast even aan voor de LessonUp van vandaag. 
  • Lever je mobiel in. 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

1e lesuur:

Slide 6 - Diapositive

Leerdoel
Je leert wat een uitslag is.
Je leert hoe je uitslagen van een balk en kubus kunt herkennen.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien


A
De uitslag van een kubus heeft minder vlakken dan de uitslag van een balk.
B
De uitslag van een kubus heeft evenveel vlakken als de uitslag van een balk.
C
De uitslag van een kubus heeft meer vlakken dan de uitslag van een balk.

Slide 10 - Quiz

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 11 - Diapositive

2e lesuur:

Slide 12 - Diapositive

Leerdoel
A1 I can understand information about people and places from short informative texts.

A1 I can understand information about people and places from short informative texts.

Slide 13 - Diapositive

Write down things about yourself
(family, where you live, hobbies, pets)

Slide 14 - Carte mentale

Slide 15 - Diapositive

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 16 - Diapositive

Pauze
timer
15:00

Slide 17 - Diapositive

3e+4e lesuur:

Slide 18 - Diapositive

Pauze
timer
20:00

Slide 19 - Diapositive

5e lesuur:

Slide 20 - Diapositive

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 21 - Diapositive

6e lesuur:

Slide 22 - Diapositive

leerdoel
1.4.1. Je kunt de werking van de brander uitleggen.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Carolien stoot per ongeluk haar brander om. De vlam van de brander blijft branden. Carolien raakt in paniek. Jij blijft kalm, want je weet wat je als eerste moet doen.
A
Je giet een beker water op de brander.
B
Je maakt de gaskraan op haar tafel dicht.
C
Je pakt de brander vast en zet hem rechtop.
D
Je probeert Carolien te troosten.

Slide 26 - Quiz

Wanneer gebruik je een pauzevlam?
Als je de brander ..... niet nodig hebt.
A
een paar minuten
B
de rest van de les

Slide 27 - Quiz

Wanneer gebruik je een ruisende blauwe vlam?
Als je een ..... hoeveelheid moet verwarmen.
A
grote
B
kleine

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Diapositive

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 30 - Diapositive

Afsluiting

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive