Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Grab a Chromebook and plug your headset in.
Oefenen kijk- en luistertoets!
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
English
Grab your:
Workbook A
page 130
Slide 3 - Diapositive
Discussion
What do ............... you do ?
never
sometimes
always
once a year
every day
every weekend
Slide 4 - Diapositive
Grammar time!
Slide 5 - Diapositive
Bijwoorden van tijd
Slide 6 - Diapositive
Bijwoorden van frequentie / Adverbs of Frequency
Bijwoorden zijn: always, never, usually, often, sometimes, still, seldom. Deze bijwoorden geven aan hoe vaak iets gebeurt. Ze staan altijd vóór het werkwoord.
For example:
Sue alwayswears jeans.
My dog neverattacks me.
Slide 7 - Diapositive
Bijwoorden van frequentie / Adverbs of Frequency
Behalve bij vormen van TO BE
am / is / are / was / were
For example:
I am regularly ill
He is always busy
My classmates were sometimes bored
Slide 8 - Diapositive
Adverbs of frequency
Slide 9 - Diapositive
Bijwoorden van frequentie / Adverbs of Frequency
Zet het bijwoord van tijd op de juiste plaats in de zin
Leg uit waarom je deze plek hebt gekozen
(often) We were in Amsterdam.
(never) That man liked us.
(regularly) Caitlyn has visited her grandma.
(mostly) I draw pictures of animals.
(seldom) The men are fighting.
Slide 10 - Diapositive
Exercises
U
Do exercises 17 - 18 - 19 - 21 (writing)
- adverbs of frequancy - voegwoorden (belangrijk voor leesexamens!)