Begeleiden in de groep lesweek 6

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

Interactievaardigheden

lesweek 6  

Lesdoel 

• De student legt het begrip interactievaardigheid uit
• De student kan de interactievaardigheden opnoemen
• De student kan 1 praktijkvoorbeeld bij elke interactievaardigheid opnoemen
• Interactievaardigheden test 

Wat hebben wij tot nu toe gedaan

• Lesweek 1

werkwijze/BPV/Portfolio opdrachten toegelicht

• Lesweek 2

Veilig Groepsklimaat en uitvoeren portfolio opdrachten 

• Lesweek 3

Kinderen in de groep (basisbehoeften)/Professionele beroepshouding/Interactievaardigheden 

• Lesweek 6 

Interactievaardigheden: waar blink jij in uit? Interactievaardigheden test 

In les 1 heb ik  de structuur van de lessen vertelt en heb ik een beeld geschetst wat je kan verwachten.

Daarnaast heb ik een beeld geschetst wat je kan verwachten van de BPV opdrachten. En als laatste heb ik de portfolio opdrachten geïntroduceerd en jullie zijn aan de slag gegaan met de eerste portfolio opdracht. 

In les 2 zijn wij ingegaan op een veilig pedagogisch klimaat en op welke manier je deze kennis toe kan passen in de praktijk. Vervolgens hebben we ons gericht op de basisbehoeften van een kind en een professionele beroepshouding.

In les 3 zijn wij verder ingegaan op de basisbehoeften van kinderen. Door de invuloefening een fijne klasgenoot hebben jullie op een speelse manier kunnen uiten wat je van elkaar verwacht. Die verwachtingen worden niet altijd uitgesproken, terwijl dat wel belangrijk is. Vervolgens heb ik jullie gevraagd om de 6 interactievaardigheden op een rij te zetten en bij elke interactievaardigheid 1 praktijkvoorbeeld op te noemen. 

Afvinklijstje wat er gedaan moet zijn 

Check?	Portfolio opdracht
	0-meting oriëntatie opdracht
	Verwerkingsopdracht 'begeleiden van een groep'
	Een fijne klasgenoot !
	Oefenen met interactievaardigheden

Interactievaardigheden 

Welke zijn er?

Basale vaardigheden:

1 sensitieve responsiviteit;

2 respect voor autonomie;

3 structureren en grenzen stellen;

Educatieve vaardigheden:

4 praten en uitleggen;

5 ontwikkelingsstimulering;

6 begeleiden van interacties.

Sensitieve responsiviteit	Een kind heeft behoefte aan aandacht, warmte en emotionele steun. Bij deze vaardigheid gaat het om op een goede manier te kunnen antwoorden op de signalen van een kind.
Respect voor autonomie	Het gaat erom dat kinderen veel dingen zelf mogen doen, eigen ideeën mogen uitproberen, zelf oplossingen mogen verzinnen.
Structureren en grenzen stellen	Hierbij gaat het om dat je goed duidelijk maakt wat je van de kinderen in de groep verwacht en dat je zorgt dat kinderen zich daaraan houden. ( dagritme, en het volgen van de regels)
Praten en uitleggen	Je biedt zoveel mogelijk rijk taalaanbod en ze schept actief gelegenheden om de kinderen te laten praten.
Ontwikkelingsstimulering	Het gaat om kinderen te begeleiden bij het vergroten van kennis en vaardigheden. Sociaal-emotioneel, Motorisch, Cognitief, Taal, Creatief Ze houdt daarbij rekening met de verschillen tussen kinderen.
Begeleiden van interacties	Tijdens het ‘samenleven’ op de groepen hebben kinderen onderling contact. Deze ervaringen kunnen hun sociaal emotionele ontwikkeling zowel positief als negatief beïnvloeden. Dat betekent niet alleen dat de pedagogisch medewerker negatieve situaties zoals ruzie in goede banen leidt, maar ook dat zij positieve interacties tussen kinderen opmerkt, waardeert en beloont.

Interactievaardigheden: waar blink jij in uit?

Als pedagogisch werker gebruik jij in de omgang met kinderen in jouw groep bewust en onbewust verschillende communicatievaardigheden. Met deze voorkeuren test ontdek je vanuit welke vaardigheden jij de kinderen het liefst begeleidt

Uitleg 

In het volgende filmje wordt telkens een alledaagse situatie in de kinderopvang uitgelicht. Kies bij elke situatie het antwoord dat het best bij je past en omcirkel de bijbehorende kleur. Er zijn geen volledig goede en geen foute antwoorden. Dus wat je ook kiest, het is prima, zolang het antwoord voor jou het meest passend is. Zijn er meer antwoorden die bij je passen? Kies dan hoe je als eerste zou handelen.

Uitslag test pedagogische vaardigheden

Welke kleuren heb je minder dan 2 keer omcirkeld? Kijk hoe je leerdoelen kunt maken om deze vaardigheden te versterken. 

Interactievaardigheden

Je voelt en leeft graag met de kinderen mee. Je vindt het belangrijk de kinderen vanuit een warme, begripvolle houding te benaderen. De voorkeur vaardigheid die daar het beste bij past is Sensitieve responsiviteit.

Je vindt het belangrijk rekening te houden de keuzes en wensen van de kinderen. Je wilt activiteiten en planning graag afstemmen op de voorkeuren van de kinderen. De voorkeur vaardigheid die daar het beste bij past is Respect voor autonomie.

Je geeft er voorkeur aan veel te vertellen en benoemen, waardoor de kinderen je steeds beter leren begrijpen en uitgebreide informatie krijgen over alles wat er om hen heen gebeurt. De voorkeur vaardigheid die daar het beste bij past is Praten en uitleggen

Je neemt de kinderen graag mee in het ritme en de structuur van de dag. Je vindthet belangrijk kinderen duidelijkheid geven in wat ze gaan doen en wat er van ze wordt verwacht. De voorkeur vaardigheid die daar het beste bij past is Structuur en grenzen.

Je wilt kinderen graag begeleiden in hun ontwikkeling.  Je vindt het belangrijk kinderen uit te nodigen stapjes vooruit te zetten. De voorkeur vaardigheid die daar het beste bij past is Ontwikkelingsstimulering. 

Je wilt de groepssituatie graag inzetten om kinderen te begeleiden in hun sociale vaardigheden. Je stimuleert en begeleidt de kinderen om positieve relaties aan te gaan. De voorkeur vaardigheid die daarbij past is interacties begeleiden. 

• Benoem wat je geleerd hebt
• Benoem wat je nog wilt leren
• Benoem één vraag die je de volgende keer beantwoord wilt hebben

Huiswerk 

Lesopdracht 3:

Interactievaardigheden staan voor jouw vaardigheden om een groep te sturen. Als je werkt met kinderen, zet je voortdurend in op de zes interactievaardigheden. Welke 6 interactievaardigheden ken je en hoe vertaal je de zes interactievaardigheden die zo belangrijk zijn in het werken met kinderen?

• Je verdiept je in de 6 interactievaardigheden en legt de 6 interactievaardigheden uit.

• Je geeft vervolgens per interactievaardigheid 1 praktisch voorbeeld hoe jij dit als pedagogisch medewerker in de beroepspraktijk laat zien. Voeg je verslag toe aan je portfolio.

Bronnen 

https://maken.wikiwijs.nl/bestanden/1086531/les%205%20interactievaardigheden.pdf

https://maken.wikiwijs.nl/172159/Het_kind_in_de_klas__Cohort_2020_periode_3_#!page-6511558

https://prezi.com/ozirogbe8hhk/ala-periode-4/

https://maken.wikiwijs.nl/172159/Het_kind_in_de_klas__Cohort_2020_periode_3_#!page-6511611

https://maken.wikiwijs.nl/167799/Groepsdynamica_in_de_opleiding_onderwijsassistent#!page-6403610

Volgende week 

Thema/module 3

Een veilige basis

Toets: 114 t/m 123

Opdracht 4: Op onderzoek uit

Aan het begin van deze lessen hebt jij verdiept in de term pedagogisch klimaat. Je hebt inmiddels in eigen woorden en nagedacht over de manier waarop jij een bijdrage zou kunnen leveren aan een pedagogisch klimaat. Je gaat nu uitzoeken op welke manier anderen een bijdrage leveren aan een veilig pedagogisch klimaat.

Interview minimaal 2 mensen: een medestudent en een collega .

• Vraag op welke manier zij een bijdrage leveren aan een veilig pedagogisch klimaat in de beroepspraktijk en welke waarden en normen zij daarin belangrijk vinden.

• Vraag naar praktische voorbeelden van de manier waarop de geïnterviewden een bijdrage leveren aan een veilig pedagogisch klimaat, zodat je een compleet beeld krijgt.

• Maak een verslag van de intervieuws en voeg deze aan je portfolio toe.