Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
4T tekstverbanden en signaalwoorden
Tekstverbanden en Signaalwoorden
De meest voorkomende signaalwoorden en verbanden.
1 / 32
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 4
Cette leçon contient
32 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Tekstverbanden en Signaalwoorden
De meest voorkomende signaalwoorden en verbanden.
Slide 1 - Diapositive
Waarom maakt een schrijver gebruik van tekstverbanden?
Slide 2 - Carte mentale
Wat is een signaalwoord?
• Verbindingswoorden
• Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s.
Slide 3 - Diapositive
Tijd
Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.
Voordat
ik naar school ga, fiets ik
eerst
nog naar de bakker.
Slide 4 - Diapositive
Opsomming
En, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens
Naast
dat ik appels heb gekocht, heb ik
ook
bananen
en
kiwi's gekocht.
Slide 5 - Diapositive
Tegenstelling
Maar, toch, in tegenstelling tot, daarentegen..
Ik haat regen,
toch
ben ik naar buiten gegaan.
Slide 6 - Diapositive
Oorzaak – gevolg
Door, doordat, waardoor, te danken aan
Doordat
mijn broertje van zijn fiets viel, kwam ik te laat.
Slide 7 - Diapositive
Doel – middel
Om te, daarmee, waarmee, door middel van
Slide 8 - Diapositive
Voorbeeld/ toelichting
Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals
Slide 9 - Diapositive
Verklaring / argument
Want, omdat, daarom, vanwege, immers,
Slide 10 - Diapositive
Voorwaarde
Als, wanneer, tenzij, in (voor) het geval dat
Slide 11 - Diapositive
Samenvatting / conclusie
Samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar dat
Slide 12 - Diapositive
Van welke soort woorden maakt een schrijver gebruik om aan te kondigen dat er een tekstverband komt?
A
stopwoorden
B
signaalwoorden
C
verkeerswoorden
D
kernwoorden
Slide 13 - Quiz
Naar school neem ik meerdere dingen mee, zoals: schoolpas, pennen en schriften.
Zoals is het signaalwoord voor ...
A
Opsomming
B
Voorbeeld
Slide 14 - Quiz
Eerst ga ik straks naar huis.
Eerst is het signaalwoord voor ...
A
Mening
B
Voorbeeld
C
Opsomming
D
Tijdsvolgorde (chronologie)
Slide 15 - Quiz
Toen ik op school kwam, bleek het eerste lesuur uit te vallen.
Toen is het signaalwoord voor ....
A
Mening
B
Tijdsvolgorde (chronologie)
C
Opsomming
D
Voorbeeld
Slide 16 - Quiz
Ook het tweede lesuur had ik best kunnen missen.
Ook is een signaalwoord voor een .....
A
Opsomming
B
Mening
C
Voorbeeld
D
Tijdsvolgorde (chronologie)
Slide 17 - Quiz
Ik vind, volgens mij en mijns inziens zijn signaalwoorden voor een ....
A
Voorbeeld
B
Conclusie
C
Mening
D
Opsomming
Slide 18 - Quiz
Denk aan, zo en zoals zijn signaalwoorden voor een.......
A
Opsomming
B
Voorbeeld
C
Conclusie
D
Tegenstelling
Slide 19 - Quiz
Aan welk signaalwoord kun je een opsomming herkennen?
Slide 20 - Question ouverte
Ik ga graag op vakantie naar warme landen, zoals Spanje, Brazilië, Mexico en Curaçao.
A
Tekstverband = tegenstelling
B
Tekstverband = voorbeeld
C
Tekstverband = opsomming
Slide 21 - Quiz
Veel meiden willen naar het optreden van Pink, maar er zijn maar een beperkt aantal kaarten te koop.
A
Tekstverband = tegenstelling
B
Tekstverband = voorbeeld
C
Tekstverband = opsomming
Slide 22 - Quiz
Opdracht 1
: lees de tekst en beantwoord daarna vragen.
Slide 23 - Diapositive
Welke twee signaalwoorden zitten er in zin 2?
A
ze - aan
B
aan - met
C
toen - haal
D
eerst - toen
Slide 24 - Quiz
Om welk tekstverband gaat het in zin 2?
A
volgorde in tijd
B
opsomming
C
reden
D
conclusie
Slide 25 - Quiz
Opdracht 2
: lees de tekst en beantwoord daarna vragen.
Slide 26 - Diapositive
Welk rood signaalwoord in de tekst wijst op een tegenstelling?
Slide 27 - Question ouverte
Opdracht 4
Slide 28 - Diapositive
Tekstverband = uitleg
Tekstverband = opsomming
Tekstverband = tegenstelling
ook
bijvoorbeeld
zo
maar
Slide 29 - Question de remorquage
Opdracht 5
Slide 30 - Diapositive
“Wanneer het volle maan is
en de maan het dichtst bij
de aarde staat ...” Van welk
tekstverband is hier sprake?
A
volgorde in tijd
B
tegenstelling
C
oorzaak-gevolg
D
opsomming
Slide 31 - Quiz
Wat vind je nog lastig?
Slide 32 - Carte mentale
Plus de leçons comme celle-ci
Het beschrijvend verband
Mars 2021
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
herhaling tekstverbanden en signaalwoorden
Septembre 2022
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 4
Lezen: verbanden en signaalwoorden
Novembre 2023
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
Week 47- **TENTAMEN** -oefenen met Tekstverbanden- H.3+H.4-Lezen
Février 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 3
Week 36 Ne 4B/K H2 Lezen: signaalwoorden en verbanden
Septembre 2023
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
4T tekstverbanden en signaalwoorden
Octobre 2024
- Leçon avec
36 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Signaalwoorden - tekstverbanden01
Octobre 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2,3
Signaalwoorden - tekstverbanden01
Octobre 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2,3