Thema 1 Planten en Dieren

Thema 1 Planten en dieren 
Dit hoofdstuk leer je over alles wat leeft. Planten, dieren en mensen. Je leert wat levende wezens doen om in leven te blijven.
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 1 Planten en dieren 
Dit hoofdstuk leer je over alles wat leeft. Planten, dieren en mensen. Je leert wat levende wezens doen om in leven te blijven.

Slide 1 - Diapositive

Thema 1
De lessen in dit hoofdstuk 
1. Organismen
2. Groei en ontwikkeling
3. De mens
4. Voedsel maken 
5. Allemaal anders
Tussendoor maken we practicum opdrachten, leren we onderzoeken en sluiten we af met een oefentoets en de echte toets!

Slide 2 - Diapositive

Thema 1 
les 1 Organismen Leerdoelen

1.1.1. Je kunt uitleggen wat een organisme is. 
1.1.2. Je kunt de zeven levenskenmerken noemen.
1.1.3. Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.

Slide 3 - Diapositive

Levende wezens
Organisme = levend wezen. 
Biologie gaat over levende wezens. 

Mensen, planten en dieren zijn organismen.
Organismen hebben kenmerken waardoor je weet dat ze leven.

Slide 4 - Diapositive

Bedenk eens een kenmerk waardoor je weet dat een organisme leeft.

Slide 5 - Question ouverte

De levenskenmerken zijn:
1. Waarnemen
2. Bewegen
3. Voeden
4. Voortplanten
5. Groeien
6. Uitscheiden
7. Ademhalen

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Levend
Levenloos
Dood
Organisme heeft geen levenskenmerken meer
Organisme vertoond alle levenskenmerken
Iets wat nooit heeft geleefd

Slide 9 - Question de remorquage

Levenskenmerken en voorbeelden bij mensen
een mens kan lopen
adem halen met behulp van longen
een baby wordt een peuter
de mens eet brood
de mens ziet een vogel vliegen
een vrouw kan een baby krijgen
een mens plast
ademhalen
voeden
uitscheiden
waarnemen
bewegen
voortplanten
groeien

Slide 10 - Question de remorquage


Levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 11 - Quiz


Levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 12 - Quiz


Levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 13 - Quiz


Levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 14 - Quiz


Levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 15 - Quiz


Levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 16 - Quiz


Levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 17 - Quiz


Levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 18 - Quiz

Ik beheers de onderstaande lesdoelen
1.1.1. Ik weet wat een organisme is
1.1.2. Ik kan de 7 levens kenmerken noemen
1.1.3 Ik weet het verschil tussen levend, dood, levenloos
Ja
Grotendeels wel
Grotendeels niet
Nee

Slide 19 - Sondage

Huiswerk
Donderdag 9 september
  • MOET m. opdr. 1 t/m 7 blz. 15 t/m 18 
  • MAG Wil je extra uitdaging? Maak opdr. 8 t/m 10 erbij blz. 18 t/m 19 
  • Lezen les 2 blz. 20 t/m 22 --> Je hoeft nog geen opdrachten te maken. 

Slide 20 - Diapositive