QUIZZ achteraf. les 7 - ziekenhuis - nieren, urinewegen en geslachtorganen
Bij les 7 ziekenhuis - urinewegen en geslachtsorganen
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2
Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Bij les 7 ziekenhuis - urinewegen en geslachtsorganen
Slide 1 - Diapositive
Hoe noem je het als je een ontsteking hebt van de blaaswand?
A
opstijgende urineweginfectie
B
cystitis
C
glomerulonefritis
D
urosepsis
Slide 2 - Quiz
Hoe noem je het als je een ontsteking hebt van de lagere urinewegen (urethra, blaas of lage urethers)?
A
opstijgende urineweginfectie
B
cystitis
C
glomerulonefritis
D
urineweginfectie
Slide 3 - Quiz
Hoe noem je het als een ontsteking steeds hoger in de urether(s) komt te zitten, zelfs tot aan het weefsel van de nier.
A
opstijgende urineweginfectie
B
cystitis
C
glomerulonefritis
D
urosepsis
Slide 4 - Quiz
Hoe noem je het als een ontsteking van de urinewegen ook naar het bloed gaat en vervolgens een systemische ontsteking veroorzaakt?
A
opstijgende urineweginfectie
B
cystitis
C
glomerulonefritis
D
urosepsis
Slide 5 - Quiz
Waarom komt cystitis/UWI vaker voor bij vrouwen dan mannen?
A
vrouwen zijn viezer
B
door het zitten op het toilet
C
doordat de urethra korter is
D
doordat zij een vagina hebben vlakbij
Slide 6 - Quiz
zorgvrager van 44 jaar, heeft klachten van pijn bij het plassen en vaak kleine beetje plassen. . Er wordt onderzoek gedaan met een dipstick in de urine, daaruit komen aanwijzingen voor een ontsteking. (leukocyten, nitriet zijn verhoogd) Wat is nu de juiste diagnose?
A
glomerulonefritis
B
cystitis
C
UWI
D
nefrose
Slide 7 - Quiz
Waarom is hier geen diagnose van cystitis?
Slide 8 - Question ouverte
Dezelfde zorgvrager van net, krijgt nu ook: milde koorts, koude rillingen, misselijkheid en heeft pijn in de zijkant van de romp. Wat is hier aan de hand?
A
Zorgvrager stelt zich aan.
B
opstijgende urinewegfectie
C
obstipatie door prikkeling van de ontsteking
D
urosepsis
Slide 9 - Quiz
Noem minimaal 3 risicofactoren/oorzaken van een UWI
Slide 10 - Question ouverte
Hoe herken je een CHRONISCHE opstijgende urineweginfectie/nierbekkenontsteking/ glomerulonefritis?
A
hoge koorts, ziek zijn, pijn in de flanken. misselijkheid/braken
B
hoge koorts moeheid, tachypneu en tachycardie
C
moeheid, afvallen, af en toe milde koorts, afvallen, soms wat buikpijn
D
pijn bij plassen, hoge koorts, bloed bij de urine
Slide 11 - Quiz
Noem minimaal 3 complicaties van een opstijgende urineweginfectie en/of chronische glomerulonefritis
Slide 12 - Question ouverte
timer
1:00
wat is de behandeling van een urineweginfectie?
Slide 13 - Carte mentale
Een zorgvrager heeft de volgende klachten: pijn in de onderbuik, opgezette onderbuik, niet kunnen (uit)plassen, maar soms ineens urine-incontinentie (= overloopblaas) en moeite met ontlasting. Wat is hier aan de hand zijn?
A
myoom
B
urineretentie
C
urineincontinentie
D
UWI = urineweginfectie
Slide 14 - Quiz
Hoe doe je de diagnostiek van iemand met een urineretentie?
A
dipstick
B
katheteriseren
C
echo blaas
D
CT scan
Slide 15 - Quiz
Wat is een myoom?
A
een kwaadaardige tumor in de baarmoeder
B
goedaardige verdikking van de spier van de baarmoeder
C
een abces in de baarmoeder wand
D
een infectie van de baarmoeder wand
Slide 16 - Quiz
Stelling: myomen groeien alleen als de zorgvrager buiten de menstruerende levensjaren zit. Dus: in jaren voordat de menstruatie start en tijdens menopauze
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quiz
Wat zijn specifieke symptomen/klachten die optreden bij een myoom.
Slide 18 - Question ouverte
Stelling: myomen kunnen een negatief effect hebben op de vruchtbaarheid van een vrouw. Zowel de conceptie als tijdens de zwangerschap
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quiz
Hoe wordt de diagnose van myoom gesteld?
Hoe behandel je myomen?
Slide 20 - Diapositive
Welke klachten kunnen passen bij prostaathypertrofie?
A
zwakke plasstraal
B
nadruppelen
C
moeilijk op gang komen van plassen
D
vaak kleine beetjes plassen
Slide 21 - Quiz
Stelling: prostaathypertrofie is een vergroting van de prostaat met een kwaadaardige tumor
A
waar
B
niet waar
Slide 22 - Quiz
Welke ingreep vindt hier plaats?
A
Bricker blaas
B
TURP
C
prostatectomie
D
urostoma
Slide 23 - Quiz
Bij een zorgvrager kan de urine niet op de normale manier naar buiten. De blaas wordt verwijderd en er wordt een stukje dunne darm gebruikt om een verbinding tussen de urethers en buikwand te maken. Hieraan komt een katheter zakje. Hoe heet dit?
A
Bricker blaas
B
TURP
C
prostatectomie
D
urostoma
Slide 24 - Quiz
Op welke 2 manieren kan er een hysterectomie/uterusextirpatie plaatsvinden?