Samenwerken in een team: Hoe doe ik dat?

Samenwerken in een team: Hoe doe ik dat?

Leerdoel

Aan het einde van deze les weet je wat samenwerken in een team inhoudt en hoe je dit effectief kunt doen.

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen hebben bereikt.

Wat weet je al over samenwerken in een team?

Wat is samenwerken?

Samenwerken is het gezamenlijk werken aan een taak of project met als doel een gemeenschappelijk resultaat te behalen.

Leg aan de leerlingen uit wat samenwerken betekent en waarom het belangrijk is.

Voordelen van samenwerken

Samenwerken zorgt voor een betere taakverdeling, meer ideeën en oplossingen, een hogere kwaliteit van werk en meer motivatie.

Laat de leerlingen de voordelen van samenwerken begrijpen.

Hoe werk je effectief samen?

Effectief samenwerken begint met het stellen van duidelijke doelen, communicatie, het verdelen van taken en verantwoordelijkheden en het respecteren van elkaars ideeën.

Leg aan de leerlingen uit wat effectief samenwerken inhoudt en waarom het belangrijk is.

Valkuilen bij samenwerken

Valkuilen bij samenwerken zijn o.a. een gebrek aan communicatie, onduidelijke taken en verantwoordelijkheden, conflicten en een gebrek aan vertrouwen en respect.

Laat de leerlingen begrijpen wat de mogelijke valkuilen zijn bij het samenwerken.

Hoe los je problemen op?

Problemen kunnen worden opgelost door open te communiceren, te luisteren, compromissen te sluiten en het stellen van gezamenlijke doelen.

Leg aan de leerlingen uit hoe ze problemen kunnen oplossen bij het samenwerken.

Samenwerken in de praktijk

Laat de leerlingen in groepen van twee of drie werken aan een opdracht. Stimuleer effectieve communicatie, taakverdeling en respect voor elkaars ideeën.

Geef een opdracht waarbij de leerlingen moeten samenwerken. Zorg ervoor dat de leerlingen de concepten die ze hebben geleerd in de praktijk kunnen brengen.

Evaluatie

Evalueer de samenwerking in de groepen en bespreek wat er goed ging en wat er beter kan.

Evalueer de samenwerking van de leerlingen en laat hen begrijpen wat ze goed deden en wat er beter kan.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.