Havo2 L'imparfait

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Programme du jour

Overhoren werkwoorden in de présent

L'imparfait

Faire les exercices

Wij zoeken

Ik kan

U maakt

Zij gaan

Hij heeft

Jullie hebben

Jij bent

L'imparfait

L'imparfait / onvoltooid verleden tijd

Je gebruikt de imparfait om te vertellen hoe iets was of om te vertellen over gewoontes uit het verleden.

Je hebt drie stappen:

1. Je hebt een werkwoord (parler)

2. Je neemt de nous vorm (parlons)

3. Je haalt -ons er vanaf

Parl

Uitgangen imparfait

Je parlais

Tu parlais

Il/ elle/ on parlait

Nous parlions

Vous parliez

Ils/ elles parlaient

Zijn in imparfait=

Être is de enige uitzondering. Het wordt ét ....

J'étais

Tu étais

Il/ elle/ on était

Nous étions

Vous étiez

Ils/ elles étaient

Er is/ er zijn = il y a

Er was/ er waren= il y avait

Het is= c'est

Het was= c'était

Faire les exercices

- Op de ELO Frans materiaal havo 2

- Ga naar Grandes Lignes site

- Hoofdstuk 3

- Ongeveer 10 minuten

Opdracht 14