Domein 5, 5.7 en 5.8

Welkom bij 

Rekenen

Domein 5 Omgaan met kwantitatieve informatie

5.1 Tabellen en gemiddelde

5.2 Lijngrafieken

5.3 Staafdiagrammen

5.4 Cirkeldiagrammen

5.5 Andere soorten diagrammen

5.6 Gegevens verwerken

5.7 Conclusies trekken

5.8 Misleiding

5.9 Gemende opdrachten

Oefentoets domein 5

Lesdoelen 5.7 en 5.8

- Je leert welke conclusies je kunt trekken uit tabellen, grafieken en diagrammen.

- Je leert een trend te zien in gegevens.

- Je leert verschillende manieren van misleiding herkennen bij grafieken en diagrammen.

Conclusies trekken

Welke waarneming komt het meeste voor?

Wat zijn de hoogste en laagste waarnemingen?

Hoe ver liggen de hoogste en de laagste waarneming uit elkaar?

Trend 

Hiermee bedoelen ze gegevens die van elkaar afhangen. 

vb. Het aantal inwoners in Nederland en het aantal vierkante meter per inwoner 

j	0	0
f	2	1
m	3	2
a	12	4
m	65	16
j	102	34
j	243	60
a	301	83
s	18	10
o	5	3
n	0	2
d	0	0

Conclusie

Ik mag concluderen dat het aantal verkochte ijsjes afhangen van de temperatuur EN dat het aantal verdrinkingen afhangen van de temperatuur. 

Het is NIET zo dat het aantal verkochte ijsjes direct invloed heeft op het aantal verdrinkingen

allerlei informatie

Informatie staat vaak in schema's, diagrammen, tabellen of plattegronden. 

Om de juiste informatie eruit te halen kun je dit stappenplan gebruiken.

- Lees de informatie. Waar gaat het over? Snap je wat er staat?

- Wat is jouw vraag, wat wil jij weten?

- welke informatie is voor jou van toepassing en heb je nodig om de vraag te beantwoorden?

De Onderwijsraad heeft voorgesteld om in de toekomst basisscholen met minder dan 100 leerlingen op te heffen.
Hoeveel scholen in de drie noordelijke provincies (Friesland, Drenthe en Groningen samen) moeten sluiten volgens dit voorstel?

Misleidende informatie

In het dagelijks leven kom je veel visuele informatie tegen, zoals advertenties, graphics, grafieken. 

Soms worden deze zo weergegeven dat je op het eerste gezicht iets anders ziet, dan dat er daadwerkelijk staat.

Als je kijkt naar de grafiek, lijkt het alsof B (rechts) een 

grotere stijging heeft. 

Kijk je naar de getallen dan heeft A (links) een grotere stijging

wat is er misleidend aan
deze grafiek?

Zelfstandig werken

Wat	Paragraaf 5.7 en 5.8
Hoe	Zelfstandig met rekenmachine
Hulp	Uitleg in boek of vraag je buurman of -vrouw
Tijd	De rest van de les
Klaar?	5.9 gemengde opgaven