Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
In vielen Wintersportgebieten fehlt der Schnee. Und das bringt Probleme mit sich.
Slide 2 - Diapositive
Die Alpenrepublik Österreich ist einer Umfrage zufolge für die meisten Erwachsenen in Deutschland das sympathischste Nachbarland.Es folgen die Niederlande (17 Prozent), Dänemark (13 Prozent), Frankreich und die Schweiz (je 10 Prozent).
Slide 3 - Diapositive
Bei jungen Erwachsenen (18 bis 24 Jahre) liegen Österreich und Niederlande gleichauf, gefolgt von der Schweiz, Frankreich und Polen.
Slide 4 - Diapositive
Die Themen: Immer mehr Jugendliche rauchen / logo! erklärt: Wieso wieder mehr geraucht wird / Ronaldo geht nach Saudi-Arabien / Tanzen als Energiequelle
NACHRICHTEN
Slide 5 - Diapositive
www.zdf.de
Slide 6 - Lien
Leerdoelen
Je kunt de werkwoorden können, müssen, dürfen, wollen en wissen in de verleden tijd gebruiken.
Slide 7 - Diapositive
so K 3 WO 18 januari
Lernliste N-D : De bus t/m instappen
Lernliste D-N: die Seilbahn tm der grund
Grammatik: können en müssen in verleden tijd
Slide 8 - Diapositive
C: Kuriose Nachrichten (2lln gemaakt)
Drei Einbrecher wurden in der Wuppertaler Schwebebahn festgenommen.
Slide 9 - Diapositive
E: De modale werkwoorden:
dürfen – können – müssen – wollen – wissen
Modale hulpwerkwoorden zijn werkwoorden die een betekenis geven aan de zin, zoals ‘ik moet iets doen, ik mag iets doen, ik hoef niets te doen’.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
E Grammatik: Aufgabe 16 +17 maken we samen
daarna uitleg
en dan zelfstandig verder met Aufgaben 18 tm 25.
Klaar? dan afmaken A-B-D (huiswerk morgen)
Slide 13 - Diapositive
Komende periode meer aandacht voor lezen
in de les wordt tijd vrijgemaakt om te lezen.
Je kunt kiezen:
A je neemt je leesboekje mee en werkt lekker verder in de les. Voordeel: minder leeswerk thuis
B Geen boekje bij je dan kies je een tekst bij RAV uit de leesbibliotheek en je oefent het lezen.
Slide 14 - Diapositive
Leesboekje Hoe? Wat? Wanneer?
Je kiest je eigen moment. In de les bij zelfstandig werken
