Deutsch - Beleefles
1 / 19
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
1. In welke twee landen is Duits ook een officiële taal?
A
Oostenrijk & Polen
B
Oostenrijk & Zwitserland
C
Zwitserland & Rusland
D
Zweden & Oostenrijk
Slide 7 - Quiz
2. Welche Flagge gehört zu welchem Land?
Verbind de landen met de juiste vlag!
Verbind de landen met de juiste vlag!
Deutschland
Die Schweiz
Österreich
Slide 8 - Question de remorquage
3. Wat is de hoofdstad van Duitsland?
A
München
B
Berlin
C
Bonn
D
Köln
Slide 9 - Quiz
4. Wie heißt dieses bekanntes Gericht?
A
Currywurst
B
Bratwurst
C
Weißwurst
D
Sauerkraut
Slide 10 - Quiz
5. Wat is geen Duits automerk?
A
Audi
B
BMW
C
Citroën
D
Volkswagen
Slide 11 - Quiz
6. Wie sagt man das auf Deutsch?
Combineer de juiste betekenissen met elkaar.
Combineer de juiste betekenissen met elkaar.
Hallo!
Guten Morgen!
Tschüss!
Auf Wiedersehen!
Gute Nacht!
Hallo!
Tot ziens!
Doei!
Goedemorgen!
Welterusten!
Slide 12 - Question de remorquage
7. Hoe neem je afscheid in het Duits?
A
Auf Wiedersehen!
B
Tschüss!
C
Bis Später!
D
Alle antwoorden zijn goed.
Slide 13 - Quiz
8. Wat is de langste rivier die door Duitsland stroomt?
A
Der Rhein
B
Die Donau
C
Die Weser
D
Die Elbe
Slide 14 - Quiz
9. Hoeveel buurlanden heeft Duitsland?
A
5
B
7
C
9
D
12
Slide 15 - Quiz
10. Hoe heet de grootste Duitse vliegtuigmaatschappij?
A
Ryan-Air
B
Lufthansa
C
KLM
D
Swiss Airways
Slide 16 - Quiz
11. Welke automerken komen uit Duitsland?
A
Peugeot - Ford
B
Chevrolet - Hyundai - Toyota
C
Opel - Audi - Volkswagen - Mercedes - BMW - Porsche
D
Dacia - Tesla - Citroën
Slide 17 - Quiz
12. Wat is géén Duits supermarkt product?
A
Nivea
B
Haribo
C
Duplo Kinderschokolade
D
Douwe Egberts
