2021-2022 7.1 Kwadraten

Kwadraten
Wortels
Kwadraten
en wortels
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Kwadraten
Wortels
Kwadraten
en wortels

Slide 1 - Diapositive

Kwadraten
Als je een getal met zichzelf vermenigvuldigd heet de uitkomst een kwadraat.
Het berekenen van zo'n kwadraat heet kwadrateren.
Je schrijft een   bij het getal wat je kwadrateert.
bv 72 = 7 x 7 = 49 

Slide 2 - Diapositive

Leer deze uit je hoofd!!

Slide 3 - Diapositive

Kwadraat negatief getal (Rood)
Het kwadraat van een negatief getal = positief getal

(-8)2 = -8 x -8 = 64 
-82 = - 8 x 8 = -64

Slide 4 - Diapositive

Kwadraat decimaal getal
Het kwadraat van 1,5 = 

Slide 5 - Diapositive

Kwadraat decimaal getal
Het kwadraat van 1,5 = 2,25

Slide 6 - Diapositive

rekenvolgorde

Slide 7 - Diapositive

OEFENEN
REKENMACHINE NODIG!

Slide 8 - Diapositive




1211
A
-1
B
1
C
-23
D
23

Slide 9 - Quiz


Negatieve getallen optellen
4+-3=
A
7
B
1
C
-1
D
-7

Slide 10 - Quiz

Negatieve getallen vermenigvuldigen
78
A
-56
B
49
C
56
D
58

Slide 11 - Quiz

Kwadraat van 11
A
121
B
110
C
22

Slide 12 - Quiz

Wat is het kwadraat van 5?
A
5
B
5
C
10
D
25

Slide 13 - Quiz

Wat is het kwadraat van 9?
A
3
B
9
C
18
D
81

Slide 14 - Quiz

Kwadraat van (-3)
A
-6
B
6
C
-9
D
9

Slide 15 - Quiz

Bereken het kwadraat:

32
A
6
B
9
C
-9
D
-6

Slide 16 - Quiz

Bereken de volgende wortel:
64
A
8
B
32

Slide 17 - Quiz

De wortel van 49 is...
A
7
B
24,5
C
13
D
2

Slide 18 - Quiz

De wortel van 121 is ....
A
11
B
12
C
13
D
14

Slide 19 - Quiz

Bereken zonder rekenmachine
25×(32+1)=
Rekenvolgorde:
1. haakjes
2. kwadraat & wortel
3. keer en delen
4. plus en min
A
250
B
46
C
35
D
50

Slide 20 - Quiz

Bereken zonder rekenmachine
22+52+102=
Rekenvolgorde:
1. haakjes
2. kwadraat & wortel
3. keer en delen
4. plus en min
A
25
B
34
C
129
D
150

Slide 21 - Quiz

Bereken met de rekenmachine:
12016×(526)=
Rekenvolgorde:
1. haakjes
2. kwadraat & wortel
3. keer en delen
4. plus en min
A
102,5644042
B
-184
C
14
D
44

Slide 22 - Quiz

Huiswerk

     Maak van 7.1: opgave 2 t/m 14




Slide 23 - Diapositive