1C - P2 - Week 2 - les 1 - pvvt (27)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Nederlands

Mevrouw Takken, TNL

[e-mail]

Ma, di, wo, vrij

- Welkom + energizer

- Lezen

- H27 - nakijken 

- H27 - samen oefenen in LessonUp

- H27 - oefenen via oefenblad

Doel:

- Je kent twee manieren waarop je de pv kunt vinden

- Je kent de drie regels die je nodig hebt om de pv in de tt juist te schrijven

- Je schrijft elke pvtt en pvvt juist.

Vandaag in de les:

Link Energizer

Verslaafd?

(Stil)lezen

Leg je huiswerk (27 - 1 t/m 9 open op tafel)

Bestaat uit 2 delen:

1. Hoe schrijf je alles dat geen werkwoord is?
2. Hoe schrijf je werkwoorden?

Spelling:

Spelling: bespreken 27

Spelling: bespreken 27

Zwakke werkwoorden - kunnen niet van klank veranderen

                                           - Koken → kookte

                                            → regelmatige werkwoorden

Sterke werkwoorden - kunnen wel van klank veranderen

                                         - Lopen  → liep

                                          → onregelmatige werkwoorden

PV verleden tijd - sterk en zwak

Als een woord de persoonsvorm is, dan start je altijd met de stam (ik-vorm)

verleden tijd:

Ik stam + de/te                  ik speelde           ik kookte

hij stam+de/te                   hij speelde         hij kookte

wij stam+den/ten             wij speelden      wij kookten

Zwakke werkwoorden

Wanneer is het stam+de(n) en wanneer stam+te(n)?

Kijk hiervoor naar de laatste letter van de stam (in het hele werkwoord)

- Zit deze letter in 't exkofschip -> dan +te(n)

- zit deze letter niet in 't exkofschip -> dan +de(n)

Werkwoorden

Sterke werkwoorden - kunnen wel van klank veranderen

                                           - Lopen  → liep

Persoonsvorm = zo kort en eenvoudig mogelijk

Lopen          → liepen

Zwemmen → zwommen (alleen dubbele letters als het voor de uitspraak nodig is)

LET OP: kies sterk/zwak. Er is NOOIT een combinatie 

Ik zwem → ik zwom en dus nooit ik zwomde

In de verleden tijd komt ook NOOIT -DT voor!

Werkwoorden - sterk en zwak

De jongen ... (worden) naar huis gebracht.

1. word
2. wordt
3. werd
4. werdt

Stotterend ... (bekennen) Christiaan zijn fout.

1. bekent
2. bekend

Ik ... (besteden) gisteren geen aandacht aan school.

1. besteed
2. besteedt
3. besteedde
4. besteden

... (branden) je zus haar vingers aan de kachel?

1. brand
2. brandt
3. branden
4. brandde

Hij ... (beloven) mij nieuwe sokken.

1. beloof
2. belooft
3. beloofd
4. beloofde

Jouw zus ... (vinden) ik beter dan mijn broer.

1. vind
2. vindt
3. vond
4. vondt

Mijn buurman is ... (verhuizen) naar een andere wijk in Emmen.

1. verhuist
2. verhuisd

Wat ga je doen:  

H27: Oefenblad van H27 (zie teams)

- Kijk je werk na (kritisch) en verbeter de woorden die niet goed waren.

Wanneer: Deze les 

Hoe: Zoek altijd eerst de persoonsvorm, blijf elke zin  

meerdere oplossingen zoeken.  

Klaar:

- Lees je boek verder

- Maak je nieuwsbegrip basisles

Aan de slag

- Leesboek mee

- Diatoets in de les van dinsdag

Volgende les