Paragraaf 12.1

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

H12: Erfelijkheid en evolutie

Doorstroom: repetitie over 11.4, 11.6 en hoofdstuk 12

Afbuigers: take-away opdracht (zie studiewijzer)

Programma

Een heleboel oefenvragen.. 

Deze informatie heb je nodig om complexere vraagstukken te kunnen beantwoorden.

Daarna: werken aan het huiswerk

Homozygoot / heterozygoot

Allelen voor haarkleur: welke is homozygoot en welke heterozygoot?

Zwart haar

Zwart haar

Blond haar

Genotypen noteren

Zwart haar is dominant dus... hoofdletter.

Zwart haar

Zwart haar

Blond haar

Hoe noteer je genotypen?

Stel we werken even met de letter A hoe noem je..

AA = homozygoot dominant

Aa = ......?

aa = .......?

Welke kleur ogen hebben deze personen?

Twee uitspraken:

Dave zegt: De informatie van een genenpaar is altijd gelijk
Jarco zegt: De geslachtscellen van een vrouw hebben allemaal hetzelfde genotype

Wie heeft/hebben er gelijk?

1. Dave
2. Jarco
3. Allebei gelijk
4. Allebei ongelijk

Vanaf welk moment komt je genotype tot stand?

1. Vanaf de geboorte
2. Vanaf de bevruchting
3. Komt nooit tot stand want het kan veranderen.
4. Vanaf je puberteit.

Katharina zegt: De eicel bepaalt het geslacht bij de bevruchting
Marnix zegt: De chrosomen van een man bestaan uit 22 paar gelijk chromsomen en 1 paar ongelijke chromosomen

Wie heeft gelijk?

1. Katharina
2. Marnix
3. Beiden gelijk
4. Beiden ongelijk

Twee uitspraken:

Merle zegt: Op elk chromosoom ligt 1 gen
Werner zegt: Chromosomen komen in lichaamscellen in paren voor

Wie heeft gelijk?

1. Merle
2. Werner
3. Beiden gelijk
4. Beiden ongelijk

De stuifmeelkorrel
van een tomaat
bevat 24 chromosomen

1. Waar
2. Niet waar

Mathilde laat een permanentje zetten bij de kapper. Verandert hierdoor haar genotype en haar fenotype?

1. Genotype: wel Fenotype: wel
2. Genotype: wel Fenotype: niet
3. Genotype: niet Fenotype: niet
4. Genotype: niet Fenotype: wel

Alle zaadcellen bevatten hetzelfde geslachtschromosoom

1. Waar
2. Niet waar

Op een chromosoom van een zaadcel ligt de informatie die de oogkleur bepaald. In welke van onderstaande weefsel zullen we later bij het kind dit gen aantreffen?

1. Cellen van de iris
2. Cellen van het vaatvlies
3. Darmcellen
4. Huidcellen

Celdifferentiatie

De vorm en grootte van de cel verschilt.

Celspecialisatie

De functies verschillen.

Genen kunnen aan of uit staan, afhankelijk van de functie van de cel.

Alle cellen bevatten dezelfde erfelijke informatie maar;

Bij een kikker bevatten bepaalde cellen per kern in totaal 13 chromosomen.

Zijn deze cellen geslachtscellen of lichaamscellen?

1. Geslachtscellen
2. Lichaamscellen
3. Dat kun je niet weten

Tweelingen

Fons zegt: Tweeeiige tweelingen hebben allebei hetzelfde genotype
Maarten zegt: Eeneiige tweelingen hebben allebei hetzelfde fenotype

1. Fons heeft gelijk
2. Maarten heeft gelijk
3. Beiden hebben gelijk
4. Beiden hebben ongelijk

Huiswerk

Maak de opdrachten uit de studiewijzer van paragraaf 12.1

Maak de opdracht bij magister opdrachten over de studievaardigheden. (hier ben je een half uur mee bezig)