Grip op geld les 2

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 2

Les 2                                                    

Iedereen heeft wel eens een schuld. Maar wat als je schulden zich opstapelen en je er niet zo gemakkelijk vanaf kunt komen?

Veel jongeren ervaren stress door geld problemen.

Les doelen:

1. Je kunt vertellen wie je kan helpen als je problemen hebt met betalingen of financiën
2. Hoe ontstaan schulden

Wat zijn
oorzaken van schulden?

Mogelijke oorzaken van schulden zijn:

zorgverzekering

postorde bedrijven

auto of scooter kopen

baanverlies

verslaving

verkeersboetes

hypotheek of huur

abonnement

Duo

Top 4 oorzaken

1. Te hogen lasten tegenover een te laag inkomen (overschatting van eigen inkomen)
2. Verandering van inkomen door ontslag, ziekte, echtscheiding en dergelijke.
3. Ongecontroleerd koopgedrag
4. Verslaving (gokken, alcohol, drugs)

Waarom is een leven zonder schulden prettiger?

Wat is budgetteren?

1. een begroting maken
2. een (financieel) plan maken
3. geld sparen
4. geld uitgeven

Als je geld uitgeeft voor het abonnement van je telefoon zijn dat ...

1. dagelijkse uitgaven.
2. incidentele uitgaven.
3. vaste uitgaven.
4. vaste lasten.

Geen weg meer terug...

Het kan gebeuren dat je geld hebt geleend maar dit niet meer kan terugbetalen. Dit is behoorlijk vervelend, want vaak hanteren banken en kredietbedrijven hoge boetes als je niet op tijd terugbetaalt.

Komt je rekening in de min te staan dan sta je zogenoemd in het rood. 

Wat gebeurt er dan?

Een incassobureau int schulden in opdracht van een schuldeiser. Als je niet betaalt, kunnen zij een deurwaarder inschakelen die wettelijk meer mag.

Een deurwaarder mag spullen in beslag nemen om zo de kosten terug te betalen aan de schuldeiser.

Failliet 

Als je zoveel schulden hebt dat je ze niet meer kunt betalen kun je ook schuldsanering aanvragen. Je krijgt dan voor drie tot vijf jaar een vast bedrag per week waar je van moet leven. Als dit lukt, start je met een schone lei.

In het rood staan bij de bank kost je extra geld

1. Waar
2. Niet waar

Een incassobureau mag spullen in beslag nemen

1. Waar
2. Niet waar

Maken blz. 10 t/m 12