di 15 nov Spreken, Kijken en luisteren Monoloog, dialoog en groepsprek

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Na deze les weet ik:

• Wat een monoloog, dialoog en groepsgesprek

 _lesdoel

Lesdoel

Bespreek het lesdoel met uw leerlingen.

Tekstdoel, tekstsoort en publiek

• Teksten worden geschreven met een doel
  - Informeren, amuseren, overhalen, overtuigen, uitleg geven
• Dit sluit aan bij de tekstsoort/ gesprekssoort 
  - Informerend, amuserend, activerend, uiteenzettend
  - Monoloog, dialoog, groepsgesprek
• Schrijver richt zich tot bepaald publiek 

Monoloog, dialoog, groepsgesprek

• monoloog: één iemand spreekt (bijv. een spreekbeurt of presentatie)
• dialoog: gesprek tussen twee mensen
• groepsgesprek: een gesprek tussen drie of meer mensen 

Monoloog - dialoog - groepsgesprek

Gesprekssoorten:

1. Monoloog - bijvoorbeeld: toespraak

2. Dialoog - bijvoorbeeld: interview

3. Groepsgesprek - bijvoorbeeld: vergadering

Als de docent moppert tegen de hele klas, dan is er het MEEST sprake van..

1. monoloog
2. dialoog
3. groepsgesprek

Je oom houdt een toespraak op de bruiloft van de buren.

1. monoloog
2. dialoog
3. groepsgesprek

Na schooltijd praten Walid en Kostas over het voetbaltoernooi.

1. Monoloog
2. Dialoog
3. Groepsgesprek

Je geeft een presentatie bij de gemeenteraad over jouw school.

1. groepsgesprek
2. dialoog
3. monoloog

Sanne, Ahmet, Yacinta en Michiel praten over de vakantie.

Dit is een .......

1. monoloog
2. dialoog
3. groepsgesprek

Ik weet wat het verschil is tussen een monoloog, dialoog en een groepsgesprek.

1. ja
2. nee

Directe rede

Directe rede

In striptaal wordt er geschreven in de directe rede 

Je schrijft dan letterlijk op wat iemand zegt. 

Spreken - directe rede

Dave zei dat hij verliefd was.

Dave zei: 'Ik ben verliefd!'  <= directe rede

Directe rede

Directe en indirecte rede