Thema 3, hoofdstuk 2.1

Thema 3, hoofdstuk 2.1
Natuur en milieu
Klimaat verandering
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Thema 3, hoofdstuk 2.1
Natuur en milieu
Klimaat verandering

Slide 1 - Diapositive

0

Slide 2 - Vidéo

Weer en klimaat zijn hetzelfde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Het weer is een korte periode. Het klimaat is een lange periode.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Het landschap en het klimaat zijn hetzelfde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

In de tropische zone is het warm en is er regen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

In de droge zone is het overdag warm en 's nachts koud. Er valt weinig regen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Nederland ligt in de gematigde zone.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

In de gematigde zone heb je geen seizoenen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

In de koude zone groeien geen bomen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

In het poolgebied is er veel groen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Welk gebied is dit?
A
Tropisch
B
Woestijn (droge zone)
C
Gematigde zone
D
Poolgebied

Slide 12 - Quiz

Welk gebied is dit?
A
Tropisch
B
Woestijn (droge zone)
C
Gematigde zone
D
Poolgebied

Slide 13 - Quiz

Welk gebied is dit?
A
Tropisch
B
Woestijn (droge zone)
C
Gematigde zone
D
Poolgebied

Slide 14 - Quiz

Welk gebied is dit?
A
Tropisch
B
Woestijn (droge zone)
C
Gematigde zone
D
Poolgebied

Slide 15 - Quiz

Wat is het verschil tussen het klimaat en het weer?
A
Het klimaat is het gemiddelde weer over een lange periode
B
Het weer gaat over de neerslag in een lange periode
C
Het betekent hetzelfde.

Slide 16 - Quiz

Wat is een kenmerk van een gematigd klimaat.
A
Het ligt dicht bij de noordpool.
B
Het is warm en het regent er het hele jaar.
C
Het heeft seizoenen.

Slide 17 - Quiz

Wat is een kenmerk van een tropisch klimaat
A
Het ligt dicht bij de noordpool.
B
Het is warm en het regent er het hele jaar.
C
Het heeft seizoenen.

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Vidéo

Het ............. is de omgeving waar we leven. Hierbij horen de planten, dieren en mensen, de lucht, de bodem en het water.
A
vervuilen
B
milieu
C
gevolgen
D
uitsterven

Slide 20 - Quiz

De leefomgeving van mensen en dieren verandert ........... door de manier waarop wij mensen leven.
A
vervuilen
B
voortdurend
C
gevolgen
D
uitsterven

Slide 21 - Quiz

We ............. het milieu en hierdoor ontstaan er milieuproblemen. De aarde wordt steeds warmer.
A
vervuilen
B
voortdurend
C
gevolgen
D
uitsterven

Slide 22 - Quiz

De ................ van de klimaatverandering voor dieren, planten en mensen zijn groot.
A
vervuilen
B
voortdurend
C
gevolgen
D
uitsterven

Slide 23 - Quiz

Sommige diersoorten .............. . Dat komt door de hitte, te weinig eten of een gebrek aan water.
A
vervuilen
B
voortdurend
C
gevolgen
D
sterven uit

Slide 24 - Quiz

De kans op overstromingen in Nederland neemt toe.
A
B
C
D

Slide 25 - Quiz

Het ijs op de noordpool smelt sneller dan verwacht.
A
B
C
D

Slide 26 - Quiz

In zuid Spanje verandert steeds meer land in woestijn.
A
B
C
D

Slide 27 - Quiz

In Azië moeten mensen hun huis uit omdat het heel veel regent.
A
B
C
D

Slide 28 - Quiz

In Somalië is een ernstig gebrek aan water.
A
B
C
D

Slide 29 - Quiz

Waar op de wereld komt er water te kort?
A
Spanje
B
Nederland
C
noordpool
D
Somalië

Slide 30 - Quiz

Waar op de wereld komen er overstromingen?
A
Spanje
B
Nederland
C
noordpool
D
Somalië

Slide 31 - Quiz

Waar op de wereld smelt het ijs?
A
Spanje
B
Nederland
C
noordpool
D
Somalië

Slide 32 - Quiz

Waar op de wereld komt er meer woestijn?
A
Spanje
B
Nederland
C
noordpool
D
Somalië

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Vidéo

Slide 35 - Diapositive

Welke provincies komen onder water als de zeespiegel veel stijgt?

Slide 36 - Carte mentale

Welke provincies komen niet onder water?

Slide 37 - Carte mentale