ZPO les verdieping lezen luisteren

Nederlands 
13 februari 2023
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Nederlands 
13 februari 2023

Slide 1 - Diapositive

Tekstdoelen,tekstsoorten, tekststructuren 

Slide 2 - Diapositive

lesdoelen:


Je weet welke tekstdoelen en structuren horen bij bepaalde tekstsoorten.
Je herkent een signaalwoord en weet wat voor signaal hierbij hoort

Slide 3 - Diapositive

Tekstdoelen en tekstsoorten
Een schrijver heeft altijd een doel als hij een tekst schrijft. Dit doel hangt samen met de tekstsoort die hij kiest.

Slide 4 - Diapositive

Waarom?
- dan kan je het juiste antwoord geven als je vragen krijgt over een tekstdoel en tekstsoort met de toets of het examen
- dan weet je wat voor taal je moet gebruiken als je zelf een tekstsoort moet schrijven met de toets of het examen

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Diapositive

Weet jij een voorbeeld van een informatieve tekst?

Slide 8 - Question ouverte

Weet jij een voorbeeld van een overtuigende tekst?

Slide 9 - Question ouverte

Weet jij een voorbeeld van een instructieve tekst?

Slide 10 - Question ouverte

Kenmerken van een informatieve tekst
1. Er staan vrijwel uitsluitend feiten in
2. Als er een mening wordt gegeven, is die niet van de schrijver zelf.

Slide 11 - Diapositive

Kenmerken van een instructieve tekst
-er wordt vaak gebruik gemaakt van gebiedende wijs
-er wordt vaak gebruik gemaakt van opsommingstekens
-er staan vaak plaatjes bij die de tekst verduidelijken

Slide 12 - Diapositive

Kenmerken van een overtuigende tekst
1. In de inleiding geeft de schrijver zijn mening, in de vorm van een standpunt.
2. In de kern geeft de schrijver argumenten om zijn mening kracht bij te zetten.

Slide 13 - Diapositive

Kenmerken van een activerende/overhalende tekst
Activerende teksten hebben als doel om de lezer aan te zetten tot actie: hij/zij moet iets gaan doen!
- Opvallende woorden/teksten
- Vaak (grote) afbeeldingen
- 'Lokkertjes"

Slide 14 - Diapositive

Kenmerken van een activerende/overhalende tekst
Activerende teksten hebben als doel om de lezer aan te zetten tot actie: hij/zij moet iets gaan doen!
- Opvallende woorden/teksten
- Vaak (grote) afbeeldingen
- 'Lokkertjes"

Slide 15 - Diapositive

Wat voor soort tekst is een recept in een kookboek?
A
informerend
B
overtuigend
C
instruerend
D
amuserend

Slide 16 - Quiz

Wat voor soort tekst is een hoofdstuk uit een schoolboek?
A
informatief
B
instruerend
C
overtuigend
D
activerend

Slide 17 - Quiz

Wat voor soort tekst is een artikel op de voorpagina van een krant?
A
informerend
B
instruerend
C
overtuigend

Slide 18 - Quiz

wat voor soort tekst is een advertentie voor de nieuwste Iphone?
A
informatief
B
instruerend
C
overtuigend
D
overhalend

Slide 19 - Quiz

Wat voor soort tekst is een artikel op de opiniepagina van een krant?
A
informerend
B
instruerend
C
overtuigend

Slide 20 - Quiz

Sleep de tekstdoelen naar het juiste plaatje
Informeren
Activeren
Overtuigen
Amuseren

Slide 21 - Question de remorquage

Infographic
Combinatie van tekst en beeld

Slide 22 - Diapositive

Infographic
Combinatie van tekst en beeld

Slide 23 - Diapositive

Tekststructuren herkennen!
Bij het globaal lezen kijk je ook hoe de tekst is opgebouwd:
Wat staat er in de inleiding, de kern/middenstuk en in het slot?
Het tekstdoel van de schrijver is vaak gegoten in een vaste structuur: gemakkelijk voor hem om zijn schrijfdoel te behalen, maar ook beter om als lezer de tekst te begrijpen!
Vaak staat er in de inleiding al een of meerdere aanwijzingen om erachter te komen wat voor vaste structuur de tekst heeft en dus ook wat de bedoeling van de schrijver is.

Slide 24 - Diapositive

5 vaste tekststructuren 
Probleem-oplossing
Standpunt- argument
Beschrijving
verklaring
voor- en nadelen

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Signaalwoord?

Slide 31 - Carte mentale

Signaalwoorden
Een signaalwoord (verbindingswoord) is een woord of woordgroep waarmee een verband wordt aangegeven tussen twee alinea's, zinnen of deelzinnen.

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo

Verbanden
We kennen in de Nederlandse taal elf verschillende verbanden:
  • Tijd
  • Opsomming
  • Tegenstelling
  • Vergelijking
  • Oorzaak-gevolg
  • Doel-middel
Hier horen dan weer verschillende signaalwoorden bij.
  • Probleem-oplossing
  • Reden/argument
  • Voorbeeld/toelichting
  • Voorwaarde
  • Samenvatting/conclusie

Slide 34 - Diapositive

verbanden

Slide 35 - Diapositive

?
vragen 

Slide 36 - Diapositive