4BK - TV Les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

4BK - Tekstverklaren les 1

Vandaag leer en oefen je: 
- Tekstdoel en Publiek                               - Titel en tussenkopjes

- Tekstopbouw

- Feiten, meningen & argumenten

- Onderwerp en hoofdgedachte

- Citeren

Tekstdoelen en Publiek

Publiek bepalen is belangrijk!!

Belangrijkste tekstdoelen: Informeren, amuseren, uitleggen, overhalen, overtuigen

Opbouw van een tekst

INLEIDING

MIDDENSTUK

SLOT

Noem de 5 belangrijkste tekstdoelen

Alles op een rijtje:

Uit welke 3 delen is een tekst opgebouwd?

Feiten, meningen & argumenten

FEIT

- Uitspraak over iets wat waar of onwaar is

Controleerbaar

Je kunt altijd controleren of een feitenuitspraak waar of niet waar is

MENING (STANDPUNT)

- Wat iemand ergens van vindt

Niet controleerbaar

Je kunt het eens of oneens zijn

ARGUMENT

- Reden: waarom je iets vindt

Als je een mening hebt over iets, dan moet je altijd één of meerdere argumenten noemen:
   - Ik vind dit zo, omdat……….
   - Ik vind dit zus, want……..

 (want en omdat zijn signaalwoorden)

Staat hier een feit, mening of argument?

Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

CITEREN

Citeren = letterlijk een stukje overnemen uit de tekst
Dit kan zijn: een woord, een woordgroep, een zinsdeel, een zin of meerdere zinnen

MOET volgens een vaste regel: 
"Eerste drie woorden ... laatste drie woorden" (regel 1-4)

CITEREN (vervolg)

MOET volgens een vaste regel: 

"Eerste drie woorden ... laatste drie woorden" (regel 1-4)

Als je teveel citeert, is je antwoord fout en krijg je geen punten. 

Als je niet volgens de regels citeert, dan kan je antwoord ook fout gerekend worden. 

Onderwerp en Hoofdgedachte

Onderwerp: Waar gaat de tekst over? (zo kort mogelijk)

Hoofdgedachte? Wat wil de schrijver jou vertellen/leren over het onderwerp? (een hele zin)

0