Thema 4, week 4 Zinnendictee

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

voorbeelden

partieel
industrieel
actueel
essentieel
bacterieel

ideaal

collegiaal

virtueel
individueel

voorbeelden

slimmeriken

dommeriken

haviken
kieviten
bangeriken
leeuweriken
viezeriken
perziken
kieviten

dreumesen

voorbeelden

schommelen

appeltaartje

broodmessen
elleboog
emmertje

bouwvakker

kroketten

Ik probeer het.
Ik zal het het .......

Wat is het hele werkwoord van:

Ik las een boek

1. lezen
2. lesen
3. leezen
4. leest

NIEUW!!!!!

Het tegenwoordig deelwoord geeft aan hoe iets gedaan wordt.

Je schrijft achter het hele werkwoord een -d.

Werkwoord: fluiten

fluitend

Ik fiets fluitend naar mijn werk

Al fluitend fietste ik naar mijn werk.

Het tegenwoordig deelwoord geeft aan

hoe iets gedaan wordt.

 Je kunt vaak zinnen maken die beginnen met het woordje al.

Wat is het tegenwoordig deelwoord van

WAARSCHUWEN