Cursus 4.1 Elk doet zijn werk

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Cursus 4.1 Elk doet zijn werk (wat ga je leren?)

In de 19e eeuw was het in Nederland heel gewoon om te werken als je veertien was. Maar weinig kinderen zaten op school. In veel landen in de wereld werken kinderen al vanaf jonge leeftijd om geld voor hun familie te verdienen. Deze les gaat over het soort werk dat mensen kunnen doen.

Cursus 4.1 Elk doet zijn werk (Samenvatting)

Alle mensen die werken of werk zoeken, behoren tot de beroepsbevolking. Ieder beroep hoort bij een van de drie beroepssectoren: de landbouwsector (agrarische sector of primaire sector), de industriesector (secundaire sector) of de dienstensector (tertiaire sector). Door werd steeds meer werk overgenomen door computers (en machines) waardoor de werkgelegenheid afnam. Een commercieel bedrijf wil winst maken.

alle mensen die werken of op zoek zijn naar werk.

groep beroepen: landbouwsector, industriesector en dienstensector.

groep landbouw-, mijnbouw- en visserijberoepen waarbij producten uit de natuur worden gehaald (agrarische sector).

groep van industrieberoepen en ambachten waarbij producten worden gemaakt

Beroepsbevolking

Beroepssectoren

Landbouwsector

Industriesector

Beroepsbevolking

Beroep sectoren

Landbouwsector

Industrie sector

alle mensen die werken of op zoek zijn naar werk.

groep beroepen: landbouwsector, industriesector en dienstensector.

groep landbouw-, mijnbouw- en visserijberoepen waarbij producten uit de natuur worden gehaald (agrarische sector).

groep van industrieberoepen en ambachten waarbij producten worden gemaakt

groep van industrieberoepen en ambachten waarbij producten worden gemaakt

1. Landbouwsector
2. Beroepssectoren
3. Beroepsbevolking
4. Industriesector

groep beroepen: landbouwsector, industriesector en dienstensector.

1. Landbouwsector
2. Beroepssectoren
3. Beroepsbevolking
4. Industriesector

groep landbouw-, mijnbouw- en visserijberoepen waarbij producten uit de natuur worden gehaald (agrarische sector).

1. Landbouwsector
2. Beroepssectoren
3. Beroepsbevolking
4. Industriesector

alle mensen die werken of op zoek zijn naar werk.

1. Landbouwsector
2. Beroepssectoren
3. Beroepsbevolking
4. Industriesector

Beroepssectoren

1. groep van industrieberoepen en ambachten waarbij producten worden gemaakt
2. groep beroepen: landbouwsector, industriesector en dienstensector.
3. groep landbouw-, mijnbouw- en visserijberoepen waarbij producten uit de natuur worden gehaald (agrarische sector).
4. lle mensen die werken of op zoek zijn naar werk.

Landbouwsector

1. groep van industrieberoepen en ambachten waarbij producten worden gemaakt
2. groep beroepen: landbouwsector, industriesector en dienstensector.
3. groep landbouw-, mijnbouw- en visserijberoepen waarbij producten uit de natuur worden gehaald (agrarische sector).
4. lle mensen die werken of op zoek zijn naar werk.

Industriesector

1. groep van industrieberoepen en ambachten waarbij producten worden gemaakt
2. groep beroepen: landbouwsector, industriesector en dienstensector.
3. groep landbouw-, mijnbouw- en visserijberoepen waarbij producten uit de natuur worden gehaald (agrarische sector).
4. lle mensen die werken of op zoek zijn naar werk.

Beroepsbevolking

1. groep van industrieberoepen en ambachten waarbij producten worden gemaakt
2. groep beroepen: landbouwsector, industriesector en dienstensector.
3. groep landbouw-, mijnbouw- en visserijberoepen waarbij producten uit de natuur worden gehaald (agrarische sector).
4. Alle mensen die werken of op zoek zijn naar werk.

groep landbouw-, mijnbouw- en visserijberoepen waarbij producten uit de natuur worden gehaald (agrarische sector)

Groep van industrieberoepen en ambachten waarbij producten worden gemaakt

groep van beroepen waarbij je iets voor een ander doet

alle banen samen

Primaire sector

Secundaire sector

Dienstensector

Werkgelegenheid