E Grammatik extra voorzetsels 4e naamval en persoonlijk voornaamwoord

E grammatik extra

Voorzetsels 4e naamval en het persoonlijk voornaamwoord

1 / 22

Slide 1: Diapositive

DuitsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

La durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

E grammatik extra

Voorzetsels 4e naamval en het persoonlijk voornaamwoord

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je nog
van de vorige les?

Slide 2 - Carte mentale

Kun je alle 7 modale hulpwerkwoorden benoemen?

Slide 3 - Carte mentale

Aan het eind van de les kan/weet ik...

- wat een voorzetsel is.

- de 5 voorzetsels van de 4e naamval

- het persoonlijke voornaamwoord in de 4e naamval toepassen.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Vertaal de volgende 5 voorzetsels:

Door =

Voor =

zonder =

Om =

tegen =

Slide 16 - Diapositive

Zet de volgende pers. vnm om in de 4e naamval

1e 4e

ich =

du =

er, sie, es =

wir =

ihr =

sie / Sie =

Slide 17 - Diapositive

Vul pers. vnm 4e naamval in:

a) Das Geschenk ist für _______________ (der Vater).

b) Das Buch ist für______________ (der Bruder).

c) Die Tasche ist für ___________ (der Lehrer).

d) Die Puppe ist für _________ (das Baby).

e) das Kleid ist für ______ (die Schwester).

f) Ich habe heute Zeit für _______ (du).

Slide 18 - Diapositive

Ik kan... / Ik weet...

Slide 19 - Diapositive

Mach!

- SlimStampen Paragraaf A Sehen + C Hören + D Lesen + Lernliste Seite 98 + 99

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive