Weerkaarten

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Het Weer

Luchtdruk

Bekijk de video op de volgende slide. 

Daarna volgen een aantal vragen.

Lagedrukgebied

Hogedrukgebied

Slecht weer

Mooi weer

Droog

Zonnig

Bewolkt

Neerslag

Weinig luchtdeeltjes

Veel luchtdeeltjes

Lucht stijgt

Lucht daalt

Isobaren

Lijnen die de luchtdruk aangeven worden isobaren genoemd. 

Elk punt op de lijn heeft dezelfde luchtdruk. De hoogste plek is het hogeluchtdrukgebied (H). De laagste plek is het lageluchtdrukgebied (L).

Plaats de Hoge (H) - en lagedrukgebieden (L) op de juiste plek

H

H

L

L

L

Plaats de juiste omschrijving op de juiste plek

Zonnig

Weinig wind

Veel wind

Bewolkt / neerslag

Wind

Lucht stroomt van een hogeluchtdrukgebied naar een lageluchtdrukgebied. Dit is de wind. Als isobaren dicht bij elkaar liggen is er veel verschil en dus veel wind!

Rond een lageluchtdrukgebied draait de lucht tegen de klok in

Rond een hogeluchtdrukgebied draait de lucht met de klok mee

Geef aan welke richting de wind heeft in de gebieden

Met de klok mee

Met de klok mee

Tegen de klok in

Tegen de klok in

Fronten

Lucht beweegt dus tussen drukgebieden in. Als warme lucht beweegt heet de voorkant een warmtefront. Dit is te herkennen aan dit symbool.

De lucht beweegt in de richting van de symbolen.

Een koufront is te herkennen aan:

Koude lucht is zwaarder dan warme lucht.

Stel: Warme en koude lucht botsen. Welke van de twee zal gaan stijgen?

1. Warme lucht
2. Koude lucht
3. Geen enkele
4. Beide

Gevolgen van fronten

- Koude lucht beweegt sneller dan warme lucht

- Koude lucht haalt de warme lucht in

- Warme lucht stijgt

- Stijgende lucht koelt af, waterdamp condenseert en regent uit

Sleep de juiste omschrijving naar de juiste plaats

Warmtefront

Koufront

Waar regent het?

Vlak achter de fronten, (vooral met een lage druk)

Het waait trouwens erg hard in de buurt van IJsland. De isobaren liggen namelijkdicht bij elkaar.

Sleep de afbeelding naar de juiste plaats

Doen:(iedereen!)

1. Alsnog test jezelf maken 2.4

2. zorg dat je alle test jezelfs t/m 2.4 af hebt!

Herhalen:

1. oefentoets maken 2.4

2. zelf toetsvragen + antwoorden bedenken 2.1t/m 2.4

3. samenvattingen controleren + aanvullen

verdiepen:

1. opdrachten 2.5 maken

2. wikiwijs 127531 opdracht 2 'luchtdrukkaarten' maken

3. opdrachten 2.6 maken

Screenshot delen van wat je net hebt gedaan