MAW 7.1

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Regels

• zorg altijd dat je camera werkt en aanstaat;
• doe actief mee in de les en geef antwoord wanneer de docent je een vraag stelt; geef altijd een antwoord in LessonUp!
  
• allemaal inloggen bij LessonUp - eigen naam gebruiken!
• blijf tot het einde van de les ‘aanwezig’ en log pas uit, wanneer de docent dat zegt
  

                               Voldoe je niet aan de regels? OA in Magister!

Vandaag

• Herhaling H5 + H6 a.d.h.v. 7 vragen
• Bespreken H7.1 Twee geloven in een rijk
• Interactief bespreken/controleren huiswerk (2 vragen)

Wat is het verschil tussen de
kernconcepten samenwerking
en conflict?

Wat zijn 'free-riders'

1. Mensen die in de trein reizen zonder kaartje
2. Mensen die niet meedoen
3. Mensen die niet meedoen, maar wel profiteren
4. Mensen die samenwerken belangrijk vinden

Het samenwerkingsmodel waarin mensen overleggen en proberen er samen uit te komen noemen we                                      of                                          en het model waarbij mensen vooral hun eigen belangen willen halen noemen we het 

harmoniemodel

conflictmodel

poldermodel

Welke twee 'elementen' kent het
kernconcept rationalisering?

1. Ordenen en systematiseren van de werkelijkheid en doelgericht middelen inzetten
2. Het doelgericht middelen inzetten en zo efficiënt en effectief mogelijk resultaat behalen
3. Het ordenen en systematiseren van de werkelijkheid en haar voorspelbaar en beheersbaar maken
4. Het slimmer werken en het efficiënter werken om meer te verdienen

Welke 4 verschillende
hulpbronnen zijn er?

Bij het begrip macht wordt er onderscheid gemaakt tussen

1. Officiële en onofficiële macht
2. Officiële en formele macht
3. Informele en formele macht
4. Informele en onofficiële macht

Wat betekend het begrip:
politieke instituties?

Hoofdstuk 7

Sociale veranderingen in het bindingsvraagstuk

(Hoe zijn mensen met elkaar verbonden en 

hoe zijn mensen afhankelijk van elkaar)

7.1 Twee geloven in een rijk

• Opkomst van de staten zorgde voor overheden met macht
• Macht zorgde voor politieke binding, maar sociale binding was er minder
• Religie zorgde voor toenemende sociale cohesie 

• Sociale cohesie: het aantal en de kwaliteit van de bindingen die mensen in een ruimer sociaal kader met elkaar hebben. Het gevoel een groep te zijn, lid te zijn van een gemeenschap, verantwoordelijkheid voelen voor elkaars welzijn en een beroep op anderen kunnen doen.

Waarom kan religie bijdragen
aan de sociale cohesie?

7.1 Twee geloven in een rijk

• Keizer Karel wilde eenheid versterken. In 1555 Vrede van Augsburg (wiens gebied, diens godsdienst).
• Deze Vrede van Augsburg zorgde in Nederland voor conflict. We hadden Katholieke Spaanse koningen, maar we wilde zelf onze religie bepalen.
• 1581: Plakkaat van Verlatinghe (Acte van Verlatinghe). Nederland verklaarde zich onafhankelijk van de Spaanse koning. Geboorte kaartje van de Nederlandse staat

Wat zijn de 3 kenmerken van
een staat:

Hoe kan een natuurramp rationalisering bevorderen?

Huiswerk volgende week:

Lezen/leren H7.1

Maken: opdracht 3 en 4 (blz. 121-122)