Herhalingsles Grieken

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Indirecte democratie

Directe democratie

Op welke manier werd de Griekse cultuur NIET verspreid?

1. Door oorlog
2. Door de Romeinen
3. Door het drukken van boeken
4. Door het stichten van kolonies

Socrates stond bekend om zijn manier van

1. leven
2. debateren
3. genieten
4. schoonmaken

De filosoof Plato was eerder een leerling geweest van?

1. Aristoteles
2. Socrates
3. Thales
4. Spinoza

De bergen zorgden ervoor dat mensen niet makkelijk contact met elkaar hadden.  

Egypte

stadstaten

polis

Daardoor ontstond er niet één groot rijk zoals

In plaats daarvan waren er allemaal verschillende 

Zo’n stadstaat noemden de Grieken een

omliggend land

Akkerbouw en veeteeld

Athene

Sparta

Zeus

Ajax

Een polis is de stad met het  

De bekendste poleis waren  

Wat past niet bij filosofie?

1. Zelf nadenken, wat denk ik?
2. Het bestuderen van de natuur
3. Antwoorden vragen aan de goden
4. Socrates, Plato en Aristoteles

Wie is geen Griekse god?

1. Jupiter
2. Zeus
3. Hermes
4. Hades

mythe

1. Een verhaal over goden en halfgoden.
2. Een mooi spel.
3. Een waargebeurd verhaal bij de Grieken.
4. Een voorwerp uit de oudheid.

Lees de bron.

Van welke bestuursvorm was Plato voorstander?

1. aristocratie
2. democratie
3. monarchie
4. tirannie

Schuif de omschrijving naar de juiste bestuursvorm!

Regering door het volk

Regering door weinigen

Regering door een onwettig alleenheerser

Regering door de besten

Regering door een vorst

Hippokrates kwam erachter dat ziektes zich minder verspreiden wanneer water kookt.

Waar is dit een goed voorbeeld van?

1. Wetenschappelijk denken
2. Mythisch denken

Politiek heeft alles te maken met:

1. zorgen voor veiligheid op straat
2. godsdient en onderwijs
3. het organiseren van handel en landbouw
4. het besturen van een stad, land of gebied

Wat zijn de taken van de Atheense volksvergadering?

1. voorkomen dat bepaalde personen teveel macht krijgen
2. Loten wie er rechter wordt
3. raad van 500 kiezen
4. A, B en C kloppen

De tekening in dit figuur is een Griekse tempel. Sleep de namen van de onderdelen op de juiste plaats.

Timpaan = de driehoek in de gevel.

Zuilen = de hoge pilaren.

Kapiteel = de deksteen op een zuil.

Fries = in deze balk staan vaak teksten en afbeeldingen

Architraaf = deze balk zit onder de fries.

Voetstuk = op deze steen staat een zuil.

Trap = hierlangs ging je de tempel in.

Dit is de bestaande opdracht 8a

Kapitelen werden vaak prachtig versierd. Er waren drie stijlen. Lees daarvan de kenmerken en sleep de onderdelen naar de juiste plek.

Dorisch = eenvoudig en strak.

 Ionisch = 

versierd met mooie krullen.

 Korintisch = sierlijk

gekrulde bladeren 

Dit is een variatie op bestaande opdracht 8b

www.mozaweb.com