Les 5 periode 3 eerstejaars

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

les 5 periode 3 Nederlands

Wat staat er vandaag op  het programma?

• Terugblik vorige les;
• gekke tekst: wat is er aan de hand?
• sollicitatiebrief en cv gemaakt? Ja, dan krijg je van mij feedback! Nee? Dan maak je de brief nu.

Terugblik vorige les

• uitleg sollicitatiebrief en cv voor je stage in het tweede jaar;

Lesdoel

• je snapt wat er aan de hand is met een tekst en verbetert deze. 
• je weet wat een goede sollicitatiebrief en cv is;

Vrij lezen

WERK IN TWEETALLEN

EEN STUDENT LEEST DE TEKST VOOR, DE ANDER LUISTERT.

BESPREEK VERVOLGENS WAT ER AAN DE HAND IS MET DEZE TEKST.......

 

VERBETEREN

PLAATS DE KOMMA'S, DUBBELE PUNT, HOOFDLETTER, AANHALILNGSTEKENS IN DE TEKST!

KLAAR? VRAAG HET ANTWOORDBLAD!

Interpunctie

Wat weet je van interpunctieregels?

wat staat hier?

LET'S EAT GRANDMA

LET'S EAT, GRANDMA

Handig weetje:

• Als je de zin uitspreekt, hoor je dan een rust? Of een duidelijk verschil in toonhoogte?
  
  
• Vaak gebruik je op die plek een komma.
  

Waar komt de komma?

1. Ik wil graag leren maar, ik heb geen tijd.
2. Ik wil graag leren maar ik, heb geen tijd.
3. Ik wil graag leren, maar ik heb geen tijd.

onthoud: plaats een komma voor:

maar, omdat, doordat, want en tenzij 

Hij is boos, omdat hij zijn zin niet krijgt.

Zet de komma('s) op de juiste plek in de zin.

In welke zin is de interpunctie juist?

1. Hij zei: 'Ik heb wel zin om te gaan sporten.'
2. Hij zei ik heb wel zin om te gaan sporten.
3. Hij zei, 'ik heb wel zin om te gaan sporten. '

Joris die jongen die gisteren ook mee voetbalde zit in mijn klas

1. Joris, die jongen die gisteren ook mee voetbalde zit in mijn klas.
2. Joris, die jongen die gisteren ook mee voetbalde, zit in mijn klas.
3. Joris die jongen die gisteren ook mee voetbalde.zit in mijn klas.

De koning die vorig jaar op het ijs uitgleed tijdens de wedstrijd zal morgen aftreden.

1. De koning die vorig jaar op het ijs uitgleed, tijdens de wedstrijd zal morgen aftreden.
2. De koning, die vorig jaar op het ijs uitgleed, tijdens de wedstrijd, zal morgen aftreden.
3. De koning die vorig jaar op het ijs uitgleed tijdens de wedstrijd, zal morgen aftreden.
4. De koning, die vorig jaar op het ijs uitgleed tijdens de wedstrijd, zal morgen aftreden.

Die nieuwe blauwe mooie auto is van mij.

1. Die nieuwe, blauwe mooie auto is van mij.
2. Die nieuwe blauwe, mooie auto is van mij.
3. Die nieuwe, blauwe, mooie, auto is van mij.
4. Die nieuwe, blauwe, mooie auto is van mij.

Wat is het verschil tussen de dubbele punt en de puntkomma?

Het spreekwoord zegt “De appel valt niet ver van de boom.”

1. Er moet geen dubbele punt.
2. Er moet een dubbele punt, want het is een opsomming.
3. Er moet een dubbele punt, want het is de directe rede.
4. Er moet een dubbele punt, omdat een verklaring volgt.

Beginnen jullie maar vast ik ben iets later

1. Beginnen jullie maar vast, ik ben iets later.
2. Beginnen jullie maar vast: ik ben iets later.
3. Beginnen jullie maar vast; ik ben iets later.
4. Beginnen jullie maar vast; Ik ben iets later.

Ik moet bij de Jumbo het volgende kopen pindakaas tomaten brood en pasta.

1. Er moet geen dubbele punt
2. Er moet een dubbele punt, want het is een opsomming.
3. Er moet een dubbele punt, want het is directe rede.
4. Er moet een dubbele punt, omdat een verklaring volgt.

De toets ging erg goed * ik verwacht minimaal een 9.

Welk leesteken plaats je bij het sterretje?

1. punt
2. komma
3. puntkomma
4. dubbele punt

Denk aan de volgende spullen
- toiletspullen
- een handdoek
- een warme trui, want het kan koud zijn
- iets lekkers voor bij de koffie

1. Denk aan de volgende spullen: - toiletspullen; - een handdoek; - een warme trui, want het kan koud zijn; - iets lekkers voor bij de koffie.
2. Denk aan de volgende spullen; - toiletspullen: - een handdoek: - een warme trui, want het kan koud zijn: - iets lekkers voor bij de koffie.

Ik heb een hekel aan zwemmen toch neem ik een zwembroek mee

1. Ik heb een hekel aan zwemmen: Toch neem ik een zwembroek mee.
2. Ik heb een hekel aan zwemmen; toch neem ik een zwembroek mee.
3. Ik heb een hekel aan zwemmen, toch neem ik een zwembroek mee.
4. Ik heb een hekel aan zwemmen: toch neem ik een zwembroek mee.

Noem 2 dingen die je geleerd hebt over de interpunctieregels!?:;

 SOLLICITATIEBRIEF EN CV

• BRIEF EN CV NOG NIET GEMAAKT? DAN GA JE HIER NU MEE AAN DE SLAG;
• BRIEF EN CV GEMAAKT? IK KOM LANGS OM FEEBACK TE GEVEN. JE PAST JE BRIEF EN CV EVENTUEEL AAN. 
• BRIEF EN CV HELEMAAL GOED? DAN NOTEER IK DAT METEEN!

Huiswerk

• Maak de opdrachten die voor je klaarstaan bij de licentie van Nu Nederlands/planning/huiswerk les 5 interpunctie-oefeningen;
• Pas je sollicitatiebrief aan aan de hand van de feedback die je hebt gekregen op je brief.