2.2 gedicht

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Gedicht Blok 2 

Lesplanning

Lezen

Lesdoel

Weet je het nog?

Instructie 2.2

Zelfstandig werken 

Einde les

lesdoel

* Je kent de kenmerken van een gedicht en welke bijzondere vormen van taalgebruik gebruikt kunnen worden in een gedicht.

• Je weet wat dichterlijke vrijheid

Weet je het nog?

Gedicht 2.3

Dit is een bijzondere tekstsoort met de volgende kenmerken:

• verdeeld in versregels, die niet de hele bladzijde vullen
• de regels staan in groepjes bij elkaar -> strofe
• in een gedicht komt soms rijm voor

Dichters maken hun teksten mooier door dingen op een bijzondere manier te zeggen. 

Dichters gebruiken veel verschillende vormen van bijzonder taalgebruik, zoals: 

• Herhaling -> woorden worden herhaald, of hetzelfde wordt vaker gezegd, maar telkens nét iets anders.
• Opsomming -> aantal dingen worden op een rij gezet of na elkaar opgenoemd. 
• Tegenstelling -> dingen worden tegenover elkaar gezet, waardoor verschillen extra opvallen.
• Overdrijving -> iets wordt erger of groter gemaakt dan het in werkelijkheid is.

Het is de toon die de muziek maakt

Luister goed

Werk samen met je buurman/buurvrouw op fluistertoon!

Herken je bijzonder taalgebruik in het volgende nummer?

Zoals: rijm, herhaling, tegenstelling, overdrijving?

Stil hier aan de overkant

Lees zorgvuldig

Lees het volgende gedicht.

Over welk voorwerp gaat dit?

Je ziet het dagelijks.

Schrijf je antwoord in je schrift. 

Opdrachten (tevens huiswerk)

Maak opdracht 1 t/m 7. Opdracht 5 hoeft niet.
Opdracht 6 maak je in word of schrijf je op papier.

Einde les

Korte samenvatting

Afsluiting:
Wie wil zijn gedicht voorlezen wanneer je al klaar bent?