2.2 en 2.3

Welke 3 voereters kennen we (latijnse namen)?
1 / 14
suivant
Slide 1: Question ouverte
vergroening stedelijke omgevingMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Welke 3 voereters kennen we (latijnse namen)?

Slide 1 - Question ouverte

Vergroening stedelijke omgeving

Slide 2 - Diapositive

Lesplan
Veel te doen 
Theorie
Hanteren + voeren dieren

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
  • Ik weet dat je dieren niet te veel en niet te weinig moet voeren.
  • Ik weet welke soorten voer de belangrijkste gezelschapsdieren eten.
  • Ik kan de belangrijkste soorten voer herkennen.
  • Ik kan dieren voeren aan de hand van een schema of voerkaart.
  • Ik kan hoeveelheden voer afwegen. 
  • Ik weet het verschil tussen dagelijkse en periodike verzorging.
  • Ik weet het verschil tussen hanteren en fixeren.
  • Ik kan veelvoorkomende gezelschapsdieren hanteren en fixeren.
  • Ik kan de vacht van veel voorkomende gezelschapsdieren verzorgen.
  • Ik kan de nagels van verschillende gezelschapsdiren knippen.

Slide 4 - Diapositive

Voer en water
Water is belangrijker dan voer!

Volledig voer

Onvolledig voer 

Slide 5 - Diapositive

Rantsoen
De hoeveelheid voer die een dier krijgt per dag.


Afhankelijk van arbeid en lichaamsgewicht. 

Slide 6 - Diapositive

Warmbloedige dieren
Koudbloedige dieren
Slang
Kat
Gekko
Paard
Schildpad
Gerbil

Slide 7 - Question de remorquage

Hanteren en fixeren
Hanteren: een dier op een veilige manier vastpakken of begeleiden

Fixeren: een dier zo vasthouden, dat het zich niet meer kan bewegen

Slide 8 - Diapositive

Vachtverzorging
Ondervacht: Korte wollige haren (warmte)

Bovenvacht: Lange haren (regen)

Myiasis

Slide 9 - Diapositive

Als een schaap niet geschoren wordt, kan dat problemen opleveren. Welke problemen zijn dat
A
Het schaap kan problemen krijgen met zijn ademhaling.
B
Het schaap kan oververhit raken
C
De vacht van het schaap kan gaan verkleuren
D
Het schaap kan myiasis krijgen.

Slide 10 - Quiz

Verzorging
Dagelijkse/wekelijkse verzorging:
bijv. voeren, hok schoonmaken

Periodieke verzoring:
bijv. trimmen, nagels knippen of inenten.

Slide 11 - Diapositive

Hoe zorg je ervoor dat de tanden van een konijn niet te lang worden?
A
Door hem speciaal konijnenvoer te geven
B
Door hem regelmatig groenvoer zoals paardenbloemenbladeren te geven
C
Door hem voldoende ruwvoer als hooi en wilgentakken te geven

Slide 12 - Quiz

Aan de slag
Hanteren konijn (geslacht bepalen), cavia (geslacht bepalen), kip, geit (gezondheidscontrole en pony

Rantsoen berekenen konijn + cavia praktijkopdracht 2

Slide 13 - Diapositive

Huiswerk
2.2 en 2.3 uit je werkboek

Les 2 Praktijkopdracht 3

Slide 14 - Diapositive