Zakelijke e-mail klas 1

Zakelijke e-mail
Formeel
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Zakelijke e-mail
Formeel

Slide 1 - Diapositive

Een zakelijke 

e-mail

Slide 2 - Diapositive

Wanneer schrijf je een e- mail?

Slide 3 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen een persoonlijke en een zakelijke e-mail?

Slide 4 - Question ouverte

Drie soorten 'zakelijke e-mail'
  1. Solliciteren
  2. Informatie geven/vragen
  3. Klacht indienen

Slide 5 - Diapositive

Zakelijke e-mail

  • Aan, 
  • Onderwerp
  • Aanhef,
  • Inleiding
  • Kern
  • Slot
  • Afsluiting


Slide 6 - Diapositive

Geachte heer/ mevrouw,

Past goed bij een......
A
Persoonlijke e-mail
B
Zakelijke e-mail

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste aanhef in een zakelijke e-mail?
A
Beste,
B
Hallo,
C
Geachte,
D
Goedemorgen,

Slide 8 - Quiz

'Hoi' past meer bij een...
A
E-mail naar je leidinggevende
B
E-mail naar een zakelijke collega
C
Persoonlijke e-mail
D
E-mail naar een bedrijf

Slide 9 - Quiz

In een zakelijke e-mail gebruik je formele taal.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Een zakelijke e-mail
A
Bestaat uit één alinea
B
Bestaat uit minimaal drie alinea's

Slide 11 - Quiz

De kern van een zakelijke e-mail heeft altijd maar één alinea.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Wat vermeld je in de inleiding van een zakelijke e-mail?

Slide 13 - Question ouverte

Welk onderdeel hoort niet bij een zakelijke e-mail?
A
inleiding
B
kern
C
kop
D
slot

Slide 14 - Quiz

Hoe sluit je een zakelijke e-mail/brief af?
A
Toedels!
B
Groetjes,
C
Hoogachtend,
D
Met vriendelijke groet,

Slide 15 - Quiz

Hoe sluit je een zakelijke e-mail af?

Slide 16 - Question ouverte

In een zakelijke (beleefde) e-mail gebruik je formele taal.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Formeel taalgebruik


De zakelijke e-mail







Slide 18 - Diapositive

Het doel van een zakelijke e-mail is
A
Amuserend
B
Overtuigend of informatief
C
Activerend

Slide 19 - Quiz

In de tekst van een zakelijke e-mail gebruik je geen alinea’s.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Maken
Blok 3, schrijven, opdr. 44 t/m 48
Klaar? Afmaken blok 6 grammatica, spelling en over taal.

Slide 21 - Diapositive