Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Inversie NT2
Inversie
Je leert hoe je inversie toepast in een zin.
1 / 23
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
23 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Inversie
Je leert hoe je inversie toepast in een zin.
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Wat is de goede woordvolgorde in een normale zin?
wie of wat (= onderwerp)
werkwoord (= persoonsvorm)
rest van de zin
tweede werkwoord
1
2
3
4
Slide 3 - Question de remorquage
Wat is de woordvolgorde in een normale zin?
Ik
wil
Nederlands
leren
1
2
3
4
Slide 4 - Question de remorquage
Wat is de goede woordvolgorde in een zin met inversie?
wie of wat (= onderwerp)
werkwoord (= persoonsvorm)
rest van de zin
tweede werkwoord
1
2
3
4
Slide 5 - Question de remorquage
Woordvolgorde
Schrijf de woorden in de juiste volgorde.
Denk aan hoofdletters en punten!
Slide 6 - Diapositive
begint- De les- om - negen - uur
Slide 7 - Question ouverte
tot- heb - Ik - geslapen - uur - tien
Slide 8 - Question ouverte
gekocht - Hij - een - fiets - heeft - nieuwe
Slide 9 - Question ouverte
woordenboek - Gisteren - ik - heb - gekocht - een
Slide 10 - Question ouverte
Staan de woorden in de goede volgorde?
Slide 11 - Diapositive
Gestolen mijn fiets is.
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quiz
Volgende week ga ik op vakantie.
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quiz
Mijn docent kan goed lesgeven.
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quiz
Vanavond ik eet spaghetti.
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quiz
De toets van vanmorgen heb ik goed gemaakt.
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quiz
In het weekend ga ik naar mijn opa en oma.
A
Ja
B
Nee
Slide 17 - Quiz
Welk woord past op de puntjes?
............ wil ik uitslapen.
A
gisteren
B
morgen
C
mijn man
Slide 18 - Quiz
Welk woord past op de puntjes?
.................... maandag zoek ik een baan.
A
Volgende
B
Morgen
C
Sinds
Slide 19 - Quiz
Welk woord past op de puntjes?
.................. doe jij dat?
A
Waarom
B
Welke
C
Want
Slide 20 - Quiz
Welk woord past op de puntjes?
.................. loop ik naar school.
A
Ga
B
Gisteren
C
Straks
Slide 21 - Quiz
Welk woord past op de puntjes?
....................... ben ik jarig.
A
Vorige maand
B
Volgende maand
C
Gisteren
Slide 22 - Quiz
Welk woord past op de puntjes?
.................. ik Nederlands leer.
A
Want
B
Omdat
C
Daarom
Slide 23 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Inversie NT2
Octobre 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
woordvolgorde in het Nederlands
Novembre 2023
- Leçon avec
16 diapositives
NT2
Beroepsopleiding
woordvolgorde in het Nederlands
Novembre 2022
- Leçon avec
21 diapositives
NT2
Beroepsopleiding
woordvolgorde in het Nederlands
Septembre 2024
- Leçon avec
21 diapositives
NT2
Beroepsopleiding
Tijd, manier, plaats ICC les juni 2023
Février 2022
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
T2L9: Supertalenten
Février 2023
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
woordvolgorde in het Nederlands
Septembre 2024
- Leçon avec
36 diapositives
NT2
Beroepsopleiding
woordvolgorde in het Nederlands
Octobre 2022
- Leçon avec
34 diapositives
NT2
Beroepsopleiding