Examentraining

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Examentraining M4

Instructie

Werkles: Tekst 14,15 +16

Volgende les: Eindexamen Maken

Les buts/ Lesdoelen

Ik weet wat mijn sterkte/zwaktepunten zijn bij de aanpak van teksten + Ik weet wat ik ermee moet.

Hou behandel jij een eindexamentekst?

Aanpak van teksten

Vocabulaire: betekenis raden + woordenboekgebruik

Stappenplan Lezen: Oriënterend/Globaal/Intensief

Signaalwoorden/ Hoofdgedachte & onderwerp/ Tekstdoel

Soorten Examenvragen

Open vraag

Multiplechoicevraag

Juist/Onjuist

Quiz Signaalwoorden

Welk signaalwoord laat niet zien dat je te maken hebt met een opsomming?

1. donc
2. et
3. de plus
4. ensuite

Welk signaalwoord past?
Je suis fatigué, ______ je dois travailler.

1. comme
2. donc
3. puis
4. mais

Wat geeft het signaalwoord comme aan?

1. Vergelijking
2. Voorbeeld
3. Opsomming

Kies het passende signaalwoord:

J'ai fait toujours mes devoirs, ______ je n'ai pas de bonnes notes

1. par exemple
2. pourtant
3. bref
4. en plus

Kies het passende signaalwoord:
Je ne sors pas ..... il pleut.

1. pourtant
2. donc
3. parce qu'
4. par contre

Welk signaalwoord past?
J'aime l'école, ______ j'espère qu'elle ouvrira bientôt ses portes.

1. donc
2. mais
3. ensuite
4. par contre

Welk signaalwoord past?
D'abord on a mangé, ______ on a fait du sport.

1. donc
2. par contre
3. puis
4. alors

Welk signaalwoord is geen tegenstelling?

1. mais
2. pour
3. pourtant
4. par contre

Kies het passende signaalwoord:
J'ai fait mes devoirs, .... je n'ai pas de bonnes notes

1. par exemple
2. pourtant
3. bref
4. en plus

Wat geeft het signaalwoord «pourtant» aan?

1. gevolg
2. oorzaak
3. tegenstelling
4. voorbeeld

Kies het passende signaalwoord:

D'abord j'ai embrassé ma mère, ______ mon père

1. ensuite
2. si
3. mais
4. donc

Kies het passende signaalwoord:
D'abord j'ai embrassé ma mère, ..... mon père

1. ensuite
2. si
3. mais
4. donc

Kies het passende signaalwoord:

Je ne sors pas ______ il pleut.

1. pourtant
2. donc
3. parce qu'
4. par contre

Welk signaalwoord geeft geen conclusie aan?

1. bref
2. donc
3. pourtant
4. enfin

Vul het passende signaalwoord in:
J'ai fait mes exercices, j'ai appris le vocabulaire, ..... je suis bien préparé!

1. en plus
2. parce que
3. par contre
4. bref

Vul het passende signaalwoord in:

J'ai fait mes exercices, j'ai appris le vocabulaire, j'ai pratiqué beaucoup, ______ je suis bien préparé!

1. en plus
2. parce que
3. par contre
4. bref

Tekst 16

Dominique, Pilote de Bateaux-Mouches

Welke signaalwoorden zie je?

Les réponses

Et         Avant        Mais

Par exemple            Selon            Et puis

Quand                Enfin

Weektaak

Tekst 14-15 + 16