Examentraining 2024

Examtraining 2024
English 
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 4,5

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Examtraining 2024
English 

Slide 1 - Diapositive

8:30-8:45 Opstart eigen mentorklas
  8:45-9:45 Examentraining, klassikale herhalingsles belangrijke examenstof door vakdocent
    9:45-10:00 Pauze 1
  10:00-12:00 Maken examen
  12:00-12:45 Klassikaal bespreken examen door vakdocent
  (vakdocent bepaalt aan het einde van dit lesuur, wie er vrijstelling krijgt van 
  deelname aan de bijles)
    12:45-13:00 Pauze 2 
   13:00-14:30 Vakdocent geeft extra begeleiding aan een selecte groep examenleerlingen


8:30-8:45 Opstart eigen mentorklas
8:45-9:45 Examentraining, klassikale herhalingsles belangrijke examenstof door vakdocent
9:45-10:00 Pauze 1
10:00-12:00 Maken examen
12:00-12:45 Klassikaal bespreken examen door vakdocent
(vakdocent bepaalt aan het einde van dit lesuur, wie er vrijstelling krijgt van deelname aan de bijles) 
12:45-13:00 Pauze 2 
13:00-14:30 Vakdocent geeft extra begeleiding aan een selecte groep examenleerlingen

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Tussen 8.45u en 9.45u

Examentraining Engels
(Algemene vragen en signaalwoorden)

Slide 3 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Tussen 12.00u en 12.45u

Zelfstandig nakijken en bespreken CE

Slide 4 - Diapositive

Engels CE Quiz
Test your knowledge; good for prep.

Slide 5 - Diapositive

Hoeveel boekjes krijg je op je examen?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 6 - Quiz

Welke drie boekjes krijg je dan?

Slide 7 - Question ouverte

Welke hulpmiddelen zijn er toegestaan?

A
NL-ENG en ENG-NL woordenboek
B
Nederlands woordenboek
C
Rekenmachine
D
Digitaal woordenboek

Slide 8 - Quiz

Enneuh, wie zorgt dan voor die woordenboeken?

Slide 9 - Question ouverte

In welke taal worden de meeste vragen gesteld?
A
Nederlands
B
Engels
C
50/50
D
meer Engels dan NL

Slide 10 - Quiz

In welke taal worden de open vragen gesteld?
A
Nederlands
B
Engels
C
50/50
D
Frans

Slide 11 - Quiz

In welke taal beantwoord jij een open vraag?
A
Engels
B
Nederlands
C
Het hangt er vanaf
D
combinatie

Slide 12 - Quiz

Wat betekent het woord 'citeer'?

Slide 13 - Question ouverte

'Citeer de eerste twee woorden van de zin' --> Hoeveel woorden schrijf je op?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quiz

'What is the point made in paragraph 1?' --> in welke alinea zoek je je antwoord?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 15 - Quiz

'What is the point made in paragraph 1?' --> Wat betekent het woord 'paragraph'?
A
Paragraaf
B
Hoofdstuk
C
Alinea
D
Koptekst

Slide 16 - Quiz

'What is the point made in paragraph 1?' --> Wat betekent 'point made'?

Slide 17 - Question ouverte

'Function of paragraph' --> Wat betekent dat?

Slide 18 - Question ouverte

Wat moet je bij deze vraag doen?
A
Kiezen welke drie woorden er passen
B
Kiezen welk woord er op het nummer past

Slide 19 - Quiz

Wat betekent 'concluded'?
Waar in de tekst zou jij dit kunnen lezen?

Slide 20 - Question ouverte

Wat betekent 'discussed'?

Slide 21 - Question ouverte

Wat betekent 'mentioned'?

Slide 22 - Question ouverte

Wat betekent 'He's' ?
A
He was
B
He has
C
He is
D
She

Slide 23 - Quiz

Wat betekenen 'their, they're and there'?
A
Daar, ze zijn en hier
B
Hier, daar en daar
C
Van haar, zij zijn en hier
D
Van hen, zij zijn en daar

Slide 24 - Quiz

Wat betekend het woord 'adapted'?
Staat vaak bij de tekst!

Slide 25 - Question ouverte

Wat betekend het woord 'sources'?
Staat vaak bij de tekst!

Slide 26 - Question ouverte

Wat betekenen de woorden 'due to (this')?

Slide 27 - Question ouverte

Hoeveel procent van het CE Engels is meerkeuzevragen (ongeveer)?
A
30%
B
40%
C
50%
D
60%

Slide 28 - Quiz

Hoeveel teksten krijgt HAVO op het CE Engels?
A
8-12
B
8-14
C
10-16
D
10-18

Slide 29 - Quiz

Signaalwoorden
After this lesson up, during your prep,study the lists on pages 5,6,7 of your samenvatting booklet.

Slide 30 - Diapositive

Wat betekent het woord 'because' en welk soort verband geeft het aan?

Slide 31 - Question ouverte

Wat betekent het woord 'but' en welk soort verband geeft het aan?

Slide 32 - Question ouverte

Flauwe vraag tussendoor, maar euh, wat is het verschil tussen 'but' en 'butt'?

Slide 33 - Question ouverte

Welk soort verband geven de woorden 'Decades ago ... now' aan?

Slide 34 - Question ouverte

Welke verwijswoorden kennen de Engelsen? (die/dat etc)

Slide 35 - Question ouverte

Useful sections samenvatting booklet



signalwoorden (5-7)
Plan van aanpak (QR 8)
Use of dictionary( QR 9)
Uitwerking oud examen ('difficult' questions e.g. gap fill) see your  results examensprint

Slide 36 - Diapositive

Pfoe, dat was wel even genoeg!
Nog een paar laatste vragen, maar niet over de examenstof

Slide 37 - Diapositive

Hoe kijk je tegen het CE Engels aan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Sondage

Als je terugdenkt aan de lessen Engels van dit jaar, waar denk je dan aan?

Slide 39 - Question ouverte

That's it!
Succes zometeen met jullie bijna echte examen!

Slide 40 - Diapositive