Interpunctie

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Komma   ,
Tussen twee gezegdes:
- Als Misja honger krijgt, eet hij vaak een appel.
- Doordat het heeft gevroren, is het buiten glad.

Bij een opsomming:
- Marcel weet nog niet of hij wil voetballen, squashen of skaten.
- Deze drankhandel verkoopt bier, wijn en allerlei soorten sterke drank. 

Slide 2 - Diapositive

Komma    ,
Voor voegwoorden:
- Myrthe moet naar de dokter, omdat ze over een krant is uitgegleden.
-Erik heeft een toets, maar hij heeft er niet voor geleerd.

Voor een bijstelling. Een bijstelling is een stukje van een zin zonder gezegde dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord dat ervoor staat:
-Natasja, die leuke meid, gaat morgen met vakantie.
-Zijn buurman, een gepensioneerde agent, hield de buurt goed in de gaten.

Slide 3 - Diapositive

Komma   ,

Voor- of nadat iemand wordt aangesproken en voor of na woorden als ach, hé:

-Niels, wil je ook een stukje taart?
-Waarom doe je zo gestrest, Kees?
-Ach, zoek het uit!

Slide 4 - Diapositive

Dubbele punt   :
Voor een opsomming:
- Marijke had goede cijfers voor haar mondelinge examens: een acht, een negen en een tien. 
-Deze meubelzaak verkoopt alles: banken, bedden, kasten, stoelen en nog veel meer.


Slide 5 - Diapositive

Dubbele punt   :
Voor een citaat. Je leest dan iets wat iemand letterlijk heeft gezegd:
-Mijn vader zei tot mijn verbazing: "Van mij mag je."
-Plotseling riep Eline: "Doe eens even normaal!"

Voor een verklarende of toelichtende opmerking:
-Ik heb barstende hoofdpijn: ik ben net tegen een deur aangelopen.
-Nathalie is er vandaag niet: ze is ziek.


Slide 6 - Diapositive

Puntkomma   ;
De puntkomma kun je zonder problemen vervangen door een punt, maar niet door een komma. Waarom zet je dan geen punt? Omdat de puntkomma duidelijk maakt dat de zin ervoor en erna veel met elkaar te maken hebben.

-Laatst vroeg Rick me of ik hem wilde helpen met zijn huiswerk; hij wil elke dag wel iets van me.
-We hebben een geweldige vakantie gehad; vooral het waterskiën was heel leuk. 

Slide 7 - Diapositive

Aanhalingstekens ' ' en " "
Enkele aanhalingstekens:

Bij woorden in zelfnoemfunctie of om het woord te laten opvallen.
- Het woord 'bank' heeft verschillende betekenissen.
- Zo'n uitzending op internet wordt ook wel een 'podcast' genoemd.

Om een woord een speciale betekenis te geven.
- We kunnen de 'grap' niet waarderen.
-Stefan heeft weer 'uitstekend' gekookt; het ziet eruit al verteerd voedsel. 

Slide 8 - Diapositive

Aanhalingstekens ' ' en " "
Enkele aanhalingstekens:

Om ironie of cynisme uit te drukken.
- Die 'sympathieke' directeur heeft mij ontslagen.

Bij het vermelden van een naam zoals in het volgende voorbeeld.
- Het schilderij 'De Schreeuw' heb ik in dat museum mogen bewonderen.


Slide 9 - Diapositive

Aanhalingstekens ' ' en " "
Dubbele aanhalingstekens:

Bij een directe rede.
- Laura vroeg: "Is er geen andere oplossing?"
- "Morgen", zei Edwin, "stuur ik je de offerte."
-"Heeft u de offerte bekeken?", vroeg Edwin. (komma hoeft niet)



Slide 10 - Diapositive

Aanhalingstekens ' ' en " "
Dubbele aanhalingstekens:

Bij een citaat. 
- Met de woorden "Volgende keer beter!" gaf hij zijn nederlaag toe.

Bij een citaat in een citaat enkele aanhalingstekens. 
- De directeur zei: "Je moet vaker 'bedankt' zeggen."



Slide 11 - Diapositive