Nieuwe Spiritualiteit

Nieuwe Spiritualiteit
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
LEFMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Nieuwe Spiritualiteit

Slide 1 - Diapositive

les 1 - inleiding; secularisatie
les 2 - religie of godsdienst
les 3 - spiritualiteit, ietsisme en individualisering
les 4 - Godsbeelden
les 5 - het heilige en het transcedente
les 6 - een eigen levensbeschouwelijk huis
Aan het eind van dit hoofdstuk kun je een eigen levensbe-
schouwelijk huis bouwen.
cijfer:
Een eindopdracht waarbij je begrippen uit 5 verschillende lessen moet kunnen toepassen.  

Slide 2 - Diapositive

Nieuwe Spiritualiteit - les 1
Lesdoelen: 
  1. Je kunt uitleggen waarom NL na de WOII is veranderd en hierbij  2 redenen noemen hoe dit zo is gekomen
  2. Je weet wat secularisatie betekent en kan dit uitleggen a.d.h.v. een voorbeeld
  3.  Je weet wat de verzuiling in NL in de jaren 1950 inhield.

Slide 3 - Diapositive

Nieuwe Spiritualiteit - les 1
Secularisatie - betekent verwereldlijking. Hiermee wordt in dit geval bedoeld het proces waarin het maatschappelijk leven zich steeds meer losmaakt van de kerk of godsdienst. In Nederland is er bijvoorbeeld een strikte scheiding tussen kerk en overheid. Maar dit is niet altijd zo geweest. Vroeger had de kerk veel meer te vertellen en vonden veel mensen dit belangrijk. Tegen-woordig gaan we liever zelf op zoek naar onze spiritualiteit.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

2 redenen voor secularisatie
Met de komst van nieuwe immigranten kwamen er nieuwe levensbeschouwingen in NL. Bijvoorbeeld Islam (+/- 1 miljoen moslims), boeddhisme en hindoeïsme
Mensen zoeken meer een eigen weg. Zij zijn hierbij minder kerkelijk. Ontzuiling sinds de jaren '60 heeft gezorgd voor meer diversiteit in het religieuze leven in Nederland.

Slide 6 - Diapositive

Vragen bij les 1
  1. Wat is er precies veranderd na WOII?
  2. Wat betekent het woord secularisatie?
  3. Wat hield de verzuiling in de jaren 1950.
  4. Welke twee redenen zijn er gegeven voor de afnemende verzuiling en daarmee toenemende secularisatie vanaf je jaren 1960?
  5. Waren jouw ouders/opa en oma of anderen lid van een zuil?

Slide 7 - Diapositive

Nieuwe Spiritualiteit - les 2
Lesdoelen:
  1. Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen religie en godsdienst
  2. Je kan voorbeelden geven van een religie en een godsdienst
  3. Je kent de verschillende vormen van theïsme en kan hier een voorbeeld bij geven.

Slide 8 - Diapositive

Nieuwe Spiritualiteit - les 2
Religie - het woord religie dat is afgeleid van 'religare' wat in het Latijn verbinden betekent. Religie is dus een verbinding maken tussen het wereldse of aardse en het bovennatuurlijke of heilige. Dit kan via een god, maar dat hoeft niet. In het boeddhisme is geen god, maar heb jij zelf wel een goddelijke kern waarin je tot verlichting kan komen.

Godsdienst - Hierin staat het geloof in een god centraal. Dit kan zijn een persoonlijke God zoals in het christendom of de islam, maar kan ook een kracht of energie zijn die overal in aanwezig is. Tegenwoordig hoor je vaak. Ik geloof wel dat er "iets" is. In veel culturen is de vraag naar god niet aanwezig. Daar bestaat het gewoon zonder dat hieraan getwijfeld wordt.

Slide 9 - Diapositive

Op zondag de winkels open?

Slide 10 - Diapositive

Vragen bij het filmpje
  • Wat zou jij ervan vinden om in een plaats te wonen waar de winkels gesloten zijn op zondag? Geef argumenten.
  • Kun je een ander voorbeeld bedenken waarbij niet-gelovigen zich moeten aanpassen aan gelovige mensen?
  • Gaat dit over godsdienst of over religie? Waarom?
  • Hoe noem je iemand die zeker weet dat God niet bestaat?
  • Is godsdienstig-zijn hetzelfde als religieus-zijn?

Slide 11 - Diapositive

Nieuwe Spiritualiteit - les 2
Vormen van theïsme
Theo = God
polytheïsme - meerdere goden
monotheïstisme - één god
pantheïsme - god is overal in (de natuur) aanwezig
atheïsme - god is zeker weten niet aanwezig (bestaat niet)
agnosticisme - ik weet het niet zeker of god aanwezig is of niet

Slide 12 - Diapositive

Nieuwe Spiritualiteit - les 3
Lesdoelen:
  1. Je kunt uitleggen wat de begrippen spiritualiteit, ietsisme en individualisering betekenen.
  2. Je kunt een voorbeeld noemen van iemand die zich een ietsist noemt
  3. Je begrijpt wat een antropomorf godsbeeld betekent.

Slide 13 - Diapositive

Nieuwe Spiritualiteit - les 3
Spiritualiteit - hierbij gaat het net als bij religie om een verbinding tussen het wereldse en het heilige of sacrale. Maar bij het spirituele is een religieuze organisatie en officiële leer minder belangrijk en vaak zelfs niet aanwezig.
Afgeleid van het woord spiritus (latijn) wat geest betekent. 
Ietsisme - mensen die niet in een persoonlijke god geloven, maar wel het gevoel hebben dat er iets bovennatuurlijks moet zijn. Uit onderzoek blijkt dat 38 % van de Nederlanders zichzelf een ietsist zou noemen. 
Individualisering - mensen gaan zelf, als individu, op zoek naar antwoorden op levensvragen en laten zich hierbij niet leiden door een kerk, tempel, moskee of dominee, priester of imam.

Slide 14 - Diapositive

Nieuwe Spiritualiteit - les 3
Antropomorf godsbeeld 
De Griekse filosoof Xenophanes die werd geboren rond 580 v. Chr. wist het zeker; de menselijke goden met hun menselijke, al te menselijke trekken schenen hem de naam god onwaardig. Hij verwijt de grote dichter Homerus dat hij de goden daden toedicht, die onder de mensen als schandelijk worden beschouwt, zoals diefstal, bedrog en overspel. Als paarden en ossen goden hadden zagen deze er ook uit als een paard of een os. Niet alleen geven de mensen goden kleding en sieraden (wat zou een god hier nou mee moeten?), maar de goden uit Thracië zien eruit als Thraciërs dus met rood haar en blauwe ogen terwijl de goden Afrika eruit zien als Afrikanen.
Ook het beeld van dieren die kunnen praten of goddelijke krachten hebben noem je een antropomorfe voorstelling van god maken.

Slide 15 - Diapositive

Godsbeelden en nieuwe spiritualiteit- les 4/5
Wicca, moderne hekserij, transcedent en matriarchaat

Slide 16 - Diapositive

Nieuwe Spiritualiteit - les 4/5
Lesdoelen:
  • Je kunt een voorbeeld beschrijven van Nieuwe Spiritualiteit die je zelf hebt uitgezocht, zowel positief als negatief
  • Je weet wat wicca is, moderne hekserij en magie
  • Je kent de betekenis van matriarchaat, het heilige en het transcedente.

        AGENDA - OPDRACHT A en B KLAAR NA DE HERFSTVAKANTIE!!!!

Slide 17 - Diapositive

Nieuwe Spiritualiteit - les 4/5
Wicca - wordt ook wel hekserij genoemd en is een typisch voorbeeld van nieuwe spiritualiteit. Volgens heksen is het goddelijke overal in de natuur aanwezig en is alles wat bestaat een goddelijke energie. Ook de kringloop van de natuur is hierbij belangrijk. Iedereen kan Wicca of heks worden. Een bekende Nederlandse heks is Susan Smit.

Matriarchaat - is het tegenovergestelde van een patriarchaat (pater = vader, mater = moeder). Een samenleving waarin kinderen tot de stam van de moeder behoren en waarin vrouwen een duidelijke overheersende rol hebben. We komen er langzaam achter dat er vroeger veel meer van dit soort samenlevingen moeten zijn geweest. 


Slide 18 - Diapositive

Nieuwe Spiritualiteit - les 4/5
Magie- (tekst boek) behoort tot de oudste vormen van religie en speelde vroeger een heel belangrijke rol bij ziektes, het krijgen van een goede oogst of bij het afdwingen van regen tijdens droogte. Het gaat om het ervaren van onpersoonlijke machten en energieën. Je moet geen slachtoffer worden en ze zo manipuleren dat het voordeel oplevert. (Als ik voor een wedstrijd denk dat we gaan winnen verliezen we...) Dit kan door hulpmiddelen in te zetten en allerlei handelingen op een juiste wijze verrichten (dwangneurose?).


Slide 19 - Diapositive

Nieuwe Spiritualiteit - les 4/5
Positief voorbeeld Wicca
Susan Smit is een hedendaagse heks. In het boek vind je informatie over haar of bekijk de onderstaande link: 
https://www.npostart.nl/adieu-god/29-03-2021/VPWON_1323796?st=premium
Negatief voorbeeld Wicca
https://www.rtlnieuws.nl/lifestyle/artikel/5282357/nooit-meer-sarah-nooit-meer-wicca-coven-hekserij-heksengroep-spriritueel

Slide 20 - Diapositive

Nieuwe Spiritualiteit - les 4/5
Het heilige - het heilige of sacrale was in oude culturen vaak in de natuur aanwezig; in bergen, grotten, rotsen, bronnen en rivieren, meteorieten, dieren, oude bomen, etc. Tegenwoordig heeft heilig een andere betekenis.
Het transcedente - het uitstijgen boven de werkelijkheid die we met onze zintuigen kunnen waarnemen. Het gaat dus om een werkelijkheid die zich boven of buiten onze wereld bevindt.

Slide 21 - Diapositive

Nieuwe Spiritualiteit - les 4/5
Menhirs, grote stenen die na de                          laatste ijstijd overal in Frankrijk zijn                                                                          blijven liggen, werden gezien                                                                                 als heilige stenen

Slide 22 - Diapositive

Nieuwe Spiritualiteit - les 4/5
Scientology, Bhagwan, New Age, en andere nieuwe spirituele bewegingen komen regelmatig in het nieuws. In de volgende opdracht ga je op zoek naar een positief en een negatief bericht over een van deze Nieuwe Religieuze Bewegingen.
Tom Cruise is bijvoorbeeld een bekend lid van de Scientology Kerk in Amerika. Maar ook de Bhagwan deed veel stof opwaaien in Nederland. De New Age beweging is nog steeds populair.

Slide 23 - Diapositive

Nieuwe Spiritualiteit - les 4/5
Opdracht A 

Zoek een voorbeeld van een Nieuwe Spirituele Beweging die  positief in het nieuws gekomen is. Zoek dus zoveel mogelijk informatie over een Nieuwe Spirituele Beweging die je zelf kiest. Bijvoorbeeld Susan Smit uit het boek die vertelt hoe Wicca haar leven positief heeft veranderd (dit kun je nu natuurlijk niet meer kiezen:-)

Slide 24 - Diapositive

Nieuwe Spiritualiteit - les 4/5
Je moet zelf op zoek gaan in de bibliotheek of op internet. Of misschien weet je een voorbeeld uit je eigen leven van een Nieuwe Spirituele Beweging.
 
Opdracht B

Zoek daarna een voorbeeld van een Nieuwe Spirituele Beweging die negatief in het nieuws gekomen is en leg uit waarom dit is en geef zoveel mogelijk informatie.

Slide 25 - Diapositive

Nieuwe Spiritualiteit - les 6
                             Een eigen levensbeschouwelijk huis
Je hebt in dit hoofdstuk kennis gemaakt met diverse nieuwe of bestaande spirituele bewegingen. In deze laatste les gaan we bepalen waar jij hierbinnen staat en welke argumenten je daar voor hebt. Hierbij lopen we nog een keer alle begrippen bij langs die je geleerd hebt. Zodat je de opdracht die dit hoofstuk afrondt goed kunt maken.

Slide 26 - Diapositive

Nieuwe Spiritualiteit - les 6
TB. lezen blz. 58, 59
Beantwoord hierna de volgende vragen:
  1. Wat is een fundering en waarmee wordt dit vergeleken in de tekst?
  2. Wat bedoelen ze in de tekst met een doe-het-zelver?
  3. Leg uit wat ze bedoelen met 'een standaard huis kun je naar eigen inzicht inrichten.

Slide 27 - Diapositive

Nieuwe Spiritualiteit - eindopdracht
LEES VOOR DE EINDOPDRACHT GOED HET FORMULIER DOOR WAT JE HEBT ONTVANGEN!

BOUW JOUW EIGEN LEVENSBESCHOUWELIJK HUIS
 
Maak een presentatie van jouw eigen levensbeschouwing.
Gebruik hierbij begrippen die in de lessen zijn behandeld.
Deze vind je terug in de LessonUp in Teams en achterin H.3 in je tekstboek.


Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive