Examentraining 4 GT LC

Examentraining 4 GT
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Examentraining 4 GT

Slide 1 - Diapositive

Hier kan er nog nadruk gelegd worden op de dubbele betekenis van het woord uitslag. Welke betekenissen kan dit woord hebben?
 CSE Nederlands 2023
Eerste tijdvak:                                         Tweede tijdvak (herexamen)
dinsdag 23 mei                                      dinsdag 20 juni
13.30-15.30 uur                                      13:30 - 15:30 uur
                                        
                                         Leesvaardigheid
                                       Schrijfvaardigheid

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Examen Nederlands 2023
Tijdvak 1 bestaat uit:

15 open vragen
20 gesloten vragen (meerkeuze)







Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijfopdracht

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat neem je mee naar het examen? 
- voldoende pennen en eventueel potloden
- markeerstiften
- woordenboek
- positieve motivatie
- iets te drinken 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Informatie en tips
Scan de QR-code voor de link. 
Sla deze op in je favorieten.

Kijk eerst even rustig rond op de Padlet: wat kan ik hier vinden.

N.B. Zijn er leerlingen die deze informatie liever op papier hebben? 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdsindeling examen Nederlands
          ONDERDEEL:               TEKSTSOORT:                MAX. TIJD:
1. 
tekst
20 min.
2. 
tekst
25 min.
3.
advertentie
10 min.
4. 
tekst
30 min.
schrijfopdracht
30 min.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leesvaardigheid onderdelen
* opbouw van een tekst
* schrijfdoelen
* tekstsoorten
* hoofdgedachte en onderwerp
* signaalwoorden en tekstverbanden
* citeren
* beeldspraak en ironie
* leesstrategieën

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Examenvragen over de inleiding

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een anekdote?
A
Een leesteken dat laat zien dat er een citaat begint.
B
Een kort, grappig verhaaltje over iets wat echt gebeurd is.
C
Een afsluiting van de tekst, waarin de schrijver een advies geeft.
D
Een korte inleiding van de tekst, waarin de schrijver zijn mening geeft.

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Functie van de kern

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen over het slot

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In een tekst kan een illustratie staan. Wat doet een illustratie in een tekst NIET?
A
Samenvatten van de tekst
B
Verduidelijken van de tekst
C
Extra informatie geven over de tekst
D
Tekst extra benadrukken.

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Functies van een illustratie

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen van een tekst
  • Informeren (feitelijke informatie - nieuwsbericht)
  • Activeren /overhalen (tot handelen aanzetten - reclame)
  • Overtuigen (mening geven - debat / betoog)
  • Amuseren/vermaken (plezier beleven aan een tekst - film)
  • Instructie geven (uitleg geven hoe iets moet - recept). 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekstdoelen:
Op welke manier kun je het doel van de tekst vinden?
A
Door de inleiding goed te lezen. Daar schrijft de schrijver het doel vaak neer.
B
Als je die goed leest, weet je welk tekstdoel de schrijver gebruikt in de tekst.
C
Door de bron van de tekst te bekijken. De bron geeft een aanwijzing voor het tekstdoel.
D
Door het slot te lezen. De schrijver geeft daar aanwijzingen over het tekstdoel.

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdgedachte van de tekst

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Signaalwoorden
* De verschillende delen van de tekst hebben altijd een relatie met elkaar. 
* Signaalwoorden geven verbanden aan tussen zinnen en tussen alinea's.
* LEER DE SIGNAALWOORDEN EN TEKSTVERBANDEN.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Signaalwoorden

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent citeren?
A
Het letterlijk aanhalen van alle woorden van de titel van de tekst
B
Het letterlijk aanhalen van een zin of aantal woorden uit de tekst.
C
Het letterlijk aanhalen van één woord in de tekst.
D
Het letterlijk aanhalen van de samenvatting van de tekst.

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Citeren

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Als er een citaat gevraagd wordt, wat is dan de schrijfwijze
2. van dat citaat?

Maak een citaat van de bovenstaande zin.

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvattingsvragen voorbeelden:
- samenvatten van een hoofdgedachte in enkele woorden.
- meerkeuzevragen: welk antwoord vat het beste de tekst samen?
- welke zinnen uit een rijtje moet je wel of niet toevoegen aan een samenvatting?
- een rijtje hoofdzaken zo goed mogelijk ordenen zodat je een goede samenvatting krijgt. 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld samenvattingsvraag

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Open vragen
Leg uit / Verklaar: geef een uitleg in je eigen woorden. Schrijf dus geen zinnen uit de tekst over.
Noem twee ... / Welke twee ...: schrijf dan twee dingen op. Niet meer, alleen de eerste twee worden nagekeken.
Citeer een zin: schrijf de eerste twee woorden van een zin op en de laatste twee woorden. Daartussen gebruik je drie punten.
Zet het regelnummer tussen haakjes. "Het is ... tekst over." (r.23)

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraagsoort: meerkeuzevragen
Stap 1: Lees eerst alleen de vraag.
Stap 2: Lees nog een keer het tekstgedeelte.
Stap 3: Zoek in de tekst zelf het antwoord op de vraag.
Stap 4: Vergelijk jouw antwoord met de antwoorden bij de vraag.
Streep de antwoorden weg die niet goed zijn. Kies het beste antwoord.

LET OP: de antwoorden van de meerkeuzevragen worden gegenereerd door een computer. Deze zet de antwoord op alfabetische volgorde. Het kan dus zo zijn dat je 4 of 5 keer achter elkaar hetzelfde antwoord moet neerschrijven. Ga dus niet aan jezelf twijfelen!!!!

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Advertentie          
Illustraties kunnen verschillende functies hebben. 
- Helpen bij het begrijpen van de tekst
- Bedoeld om aandacht te trekken
- Noodzakelijke toevoeging
- Ter 'versiering'
Lettertypes
- belangrijk bij de opmaak van de tekst.
- Belangrijk voor de nadruk
Lees sowieso de volledige tekst; laat je niet afleiden door alle andere informatie

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Advertentie:
Commerciële of ideële reclame

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekstdoel advertentie
Het tekstdoel van een advertentie kan zijn: 
  • De lezer aansporen om iets te kopen of te doen; 
  • De lezer amuseren; 
  • De lezer informeren; 
  • De lezer overtuigen; 
  • De lezer een mening laten overnemen. 
Vaak heeft een advertentie meerdere doelen. Het meest voorkomende tekstdoel is: aansporen/activeren/tot handelen aansporen. 

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijfopdracht
- Artikel
- Zakelijke mail
- Zakelijke brief

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

13 punten:
  •  Inhoud: 6 pnt
Alle punten die gevraagd worden, moeten in je schrijfopdracht zitten. Elk onderdeel dat niet of niet goed in je tekst staat, kost je een punt.

  • Taalgebruik: 5 pnt
Met taalgebruik wordt bedoeld: formulering, spelling en interpunctie.

  •  Presentatie: 2 pnt
Je tekst moet overzichtelijk en volgens de afgesproken regels (=conventies) geschreven zijn.

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijfopdracht

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zakelijke e-mail

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Artikel

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Titel Artikel

  • Inleiding
  • Kern
  • Slot


Naam
Klas




Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zakelijke brief 

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tips voor het examen. Welke tips heb jij?

Slide 40 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Overige tips schrijfopdrachten
  • De tekst moet uit minimaal 100 woorden bestaan. Anders krijg je geen punten voor  conventies. 
  • Haal zoveel mogelijk informatie uit de situatieschets. 
  • Schrijf zoveel mogelijk woorden/zinnen over uit de situatieschets. Hiermee beperk je het risico op taalfouten.  
  • Schrijf alleen in de opdracht wat er echt moet staan. Ga er niet zelf informatie bij verzinnen. 
  • Houd je aan de opdracht
  • Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.
  • Maak de zinnen niet te lang

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veelgemaakte spelfouten
  • lindecollege / Lindecollege / linde college --> Linde College
  • hallo, ik ben... (nooit beginnen met 'hallo').
  • na aanleiding van --> naar aanleiding van
  • Me/mijn, u/uw, jou/jouw
  • komma voor voegwoorden (want, maar, omdat)
  • Woorden zoveel mogelijk aan elkaar schrijven
  • getallen tot 20 in woorden. Mijn vier klasgenoten....

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veelgemaakte (spel)fouten
  • Tussen twee werkwoorden een komma (Als je in een bed wil slapen, moet je eerst een bed kopen). 
  • Hoofdletters halverwege de zin. Zet een streep onder de letter die een hoofdletter moet zijn!!
  • Zorg dat je moeilijke interpunctie vermijd. Bijvoorbeeld: Toen dacht ik:"..." 
  • Als je niet precies weet hoe deze interpunctie moet doen, dan NIET doen. 


Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schooltaalwoorden
Je krijgt een lijst met woorden die veel voorkomen op je examen. 

Lees deze door, onderstreep de woorden die je niet kent. 

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Quizlet
In Quizlet is er een set met belangrijke examenwoorden aangemaakt. Oefen deze woorden, zodat je op het examen weet wat je deze woorden betekenen.
Scan de code
               



Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

En nu oefenen...

Examen 2021 -3

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afronden: Ik vond de examentraining....
😒🙁😐🙂😃

Slide 47 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het belangrijkste wat je hebt geleerd?

Slide 48 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zou je deze training aanbevelen bij je klasnoten? Waarom wel/niet?

Slide 49 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions